Als beide partners roken, en één van hen stopt ermee, dan zie je vaak dat de ander ook stopt.

De vraag is nu of de stopbeslissing van de laatste het gevolg is van de stopbeslissing van de eerste. Of dat er misschien andere factoren zijn die beide partners delen, waardoor ze allebei – en vaak bijna tegelijkertijd – ophouden met roken.

Het Centraal Planbureau heeft onderzoek gedaan of er een causaal verband is tussen deze stopbeslissingen.

Zwangerschap of ziekte

Mensen hebben de neiging om hun partners te kiezen op basis van bepaalde kenmerken die goed bij hen passen; bij de partnerkeuze kiezen rokers vaker voor rokers dan voor niet-rokers.

Hierdoor kan de observatie, dat beide partners stoppen met roken, ook worden veroorzaakt door bijvoorbeeld een zwangerschap of ziekte van een van de partners.

Maar er kan ook een causaal peer-effect zijn, waardoor het stopgedrag van een partner inderdaad wordt beïnvloed door de stopbeslissing van de andere partner. In dat geval, als de één stopt met roken, heeft zijn partner een grotere kans om ook te stoppen.

Peer-effecten

Vanuit beleidsoogpunt is het interessant om te weten of dergelijke peer-effecten bestaan. Als dat zo is, kan dat gevolgen hebben voor overheidsbeleid gericht op het terugdringen van het aantal rokers.

Als er binnen het huwelijk peer-effecten bestaan, is het mogelijk dat antirookbeleid leidt tot ’twee stoppers voor de prijs van één’.

In deze studie heeft het CPB gebruik gemaakt van gegevens over Nederlandse stellen om de relevantie van echtelijke peer-effecten bij het stoppen met roken te analyseren.

Liefde is niet genoeg

Het CPB heeft geconcludeerd dat het stopgedrag van de ene partner geen causaal effect heeft op de beslissing van de ander. Hoewel partners vergelijkbaar rookgedrag hebben, beïnvloedt de stopbeslissing van de één de stopbeslissing van de ander niet. Blijkbaar overwint liefde alles, behalve een nicotineverslaving.

Download whitepaper ‘Love conquers all but nicotine’

Bron: CPB