Ferdinand Grapperhaus, voorzitter SER-commissie Arbeidsomstandigheden, schetste op 22 mei jl. tijdens de Bedrijfsgeneeskundige Dagen van de NVAB een scenario voor de arbeidsgerelateerde zorg.
Het scenario is nog volop in discussie bij de SER-commissie. De SER is daarbij ook in gesprek met diverse partijen uit het ‘veld’ om input te vergaren.
Het scenario dat nu besproken wordt, ziet er als volgt uit:
- Interne multidisciplinaire arbeidsgeneeskundige diensten voor bedrijven van meer dan 1000 werknemers.
- Gemeenschappelijke (branchegerichte en/of regionale) multidisciplinaire diensten voor bedrijven/organisaties van 100 tot 1000 werknemers.
- Eerstelijns arbeidsgeneeskunde door huisartsen/kaderartsen arbeidsgeneeskunde of arbeidsgeneeskundig verpleegkundigen/consulenten. Dit type zorg richt zich op ZZP-ers, arbeidsongeschikten, schoolverlaters, vangnetters en werkenden die niet in de eerste twee vormen terecht kunnen.
Randvoorwaarden
De randvoorwaarden die de SER benoemt bij het transformatieproces om een dergelijk scenario te realiseren:
- Arbeidsgerelateerde zorg wordt in eerste instantie branchegericht georganiseerd. Waar dat niet mogelijk is, kan voor een regionale aanpak gekozen worden.
- Een vorm van werkgevers- en werknemersbetrokkenheid is belangrijk.
- Een geïntegreerde benadering, dus geen scheiding tussen preventie en verzuim.
- Minimumeisen voor bepaalde activiteiten in contracten van werkgevers met aanbieders van arbeidsgerelateerde zorg.
- Arbeidsgerelateerde zorg kan het beste ondersteund worden door een kennisinfrastructuur vanuit klinisch arbeidsgeneeskundige centra (helpdesk) met verwijs- en ondersteuningsmogelijkheden (medische, technische en sociale experts).
- Een efficiënte IT-kennistransfer is nodig, bijvoorbeeld via de helpdesk van het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten en via Q&A facilities.
- Een andere vorm van ondersteuning zijn derdelijns voorzieningen met mogelijkheid tot verwijzing: klinisch arbeidsgeneeskundige centra (conform klinieken voor Occupational and Environmental Medicine zoals in Scandinavië en Frankrijk).
Reactie VNO-NCW
De reactie van VNO-NCW: “Voor zover daarbij de indruk zou ontstaan dat er door de werkgeversgeleding gekozen zou zijn voor bepaalde scenario’s is die indruk onjuist. De discussie is in volle gang en VNO-NCW en MKB-Nederland werken met betrekking tot de standpuntbepaling nauw samen.”
Conceptadvies
Volgens de laatste informatie streeft de SER er naar in juni met een conceptadvies te komen voor afstemming met de achterban. Besprekingen zijn nog volop gaande, het lijkt onzeker of deze termijn wordt gehaald.
Na een advies van de SER volgt nog een traject langs het Ministerie van SZW, de politiek en het veld over vervolgstappen.