Oudere ploegendienstwerknemers ervaren niet per sé meer problemen met wisselende diensten dan jongere werknemers.
Andere factoren, zoals bijvoorbeeld het chronotype – de mate waarin iemand ochtend- of avondmens is – blijken beter de individuele verschillen in slaap- en herstelbehoefte te verklaren dan leeftijd.
Dit blijkt uit het promotieonderzoek van TNO’er Hardy van de Ven, die zijn proefschrift ‘Shift Your Work: Naar duurzame inzetbaarheid van ploegendienstwerknemers door middel van nieuwe roosters’ op 23 oktober jl. verdedigde voor de Rijksuniversiteit Groningen.
Werken in ploegendienst kan nadelige effecten hebben op de gezondheid van werknemers, getuige de recente berichtgeving van de Gezondheidsraad “Gezondheidsrisico’s door nachtwerk”. Het is daarom van belang nader te onderzoeken welke interventies het werken in ploegendiensten minder schadelijk voor de gezondheid maken.
Van de Ven beschrijft in zijn onderzoek in hoeverre gepersonaliseerde en ergonomische roosters kunnen helpen bij het duurzaam inzetbaar houden van oudere ploegendienstwerknemers. Hij keek ook naar de aanname dat werken in ploegendienst zwaarder wordt met toenemende leeftijd.
Personaliseren van roosters
Collectieve roosters bieden weinig ruimte aan individuele wensen. Met de verhoging van de pensioenleeftijd en het groeiend aantal oudere ploegendienstwerknemers, komen ‘ontzie’-maatregelen voor deze werknemers onder druk te staan.
Ergonomische roostercriteria
Ergonomische roostercriteria kunnen bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van ploegendienstwerknemers. Deze criteria behelzen o.a. het beperken van opeenvolgende dezelfde diensten en voorwaarts in plaats van achterwaarts roteren (d.w.z. van O(chtend) naar M(iddag) naar N(acht) in plaats van NMO).
Wanneer een nieuw rooster wordt geïmplementeerd is niet alleen het roosterontwerp van belang, als werknemers vooraf mee mogen beslissen hoe het nieuwe rooster eruit komt te zien, ervaren zij het rooster positiever.
Bron: TNO