Maar liefst 24 procent van de medewerkers van een familiebedrijf stelt dat hun organisatie succesvoller is als niet-familiebedrijf.

Dit blijkt uit onderzoek van de Utrechtse business builder Strike onder 370 Nederlanders werkzaam bij familiebedrijven, uitgevoerd door PanelInzicht.

Een kwart van de respondenten denkt zelfs dat hun organisatie over vijf jaar niet meer bestaat als er niets verandert.

Vooral werknemers jonger dan veertig jaar zijn sceptisch. Zo denkt maar liefst 46 procent dat hun organisatie succesvoller is als het geen familiebedrijf was en verwacht 39 procent over vijf jaar niet meer te bestaan. Onder de veertigplussers bedragen deze percentages slechts dertien en vijftien procent.

“Het lijkt erop dat jonge werknemers in mindere mate de toegevoegde waarde van het familieaspect ervaren”, zegt Harald Dols, partner bij Strike. “Dit komt mogelijk doordat zij later zijn aangesloten bij de organisatie en dus niet aanwezig waren tijdens de opbouw en groei van het familiebedrijf. De jongere generatie zit boordevol goede ideeën, maar dat betekent niet dat je de waarde van de ervaren krachten moet onderschatten. Samen met de oprichtersfamilie zijn zij tenslotte de reden van het succes tot nu toe.”

Familie remt innovatie af

Hoewel ‘de familie’ grotendeels verantwoordelijk is voor de behaalde successen, zegt een derde van de respondenten dat juist zíj noodzakelijke ontwikkelingen tegenhouden. Ook hier geven werknemers jonger dan veertig jaar dit aanzienlijk vaker (51 procent) aan dan hun oudere collega’s (23 procent).

Volgens een kwart van de medewerkers leidt deze belemmering tot onvoldoende innovatie, wat ook blijkt uit het feit dat er volgens 33 procent de afgelopen vijf jaar te weinig is veranderd.

Dols: “Hoe adequater je kunt reageren op je omgeving, hoe groter je overlevingskansen. Hiervoor moet je een open mindset aanhouden en je vizier gericht hebben op de toekomst. Want hoewel ik de bedrijfshistorie en -tradities erg hoog heb zitten, mogen deze in geen geval innovatie afremmen. Sterker nog, de juiste inzet ervan levert juist een positieve bijdrage aan het succes van familiebedrijven.”

Beslissingsproces

Uit het onderzoek blijkt verder dat niet enkel ‘de familie’ ten grondslag ligt aan beperkte innovatie, ook zegt maar liefst 29 procent dat het binnen hun familiebedrijf ontbreekt aan een duidelijk beslissingsproces.

Zo worden belangrijke besluiten volgens 45 procent nog steeds voornamelijk ‘achter gesloten deuren’ genomen en spelen hiërarchie (38 procent) en familiebelangen (36 procent) een te grote rol.

“Bij familiebedrijven lopen naast ervaren krachten over het algemeen ook veel jonge talenten rond. Het is zonde om niet van beide gebruik te maken. Door iedereen mee te nemen in het beslissingsproces creëer je niet alleen meer betrokkenheid, maar heb je ook de mogelijkheid betere keuzes te maken. Hiervoor is het wel noodzakelijk een transparant beslissingsproces in te richten”, aldus Dols.

Vorig jaar publiceerden we een onderzoek van Het Erasmus Centre for Family Business (ECFB), BDO Accountants & Adviseurs en de Rabobank waaruit bleek dat een familiebedrijf niet per se de beste werkgever is.

>>> Lees ook: ‘Een familiebedrijf: wel of geen goede werkgever?’