Werkgevers krijgen in 2023 met behulp van de werkkostenregeling meer ruimte voor het financieel compenseren van hun medewerkers.

Daarnaast stijgen de fiscale vrijstellingen voor reiskosten- en thuiswerkvergoeding. Het maximum bedrag waar werkgevers premies werknemersverzekeringen en bijdrage Zorgverzekeringswet over moeten betalen, wordt daarentegen hoger.

Werkgevers met meer dan 100 werknemers krijgen er hoogstwaarschijnlijk vanaf 1 juli 2023 een nieuwe administratieve last bij met de rapportage van alle werkgerelateerde kilometers van hun werknemers.

Werkgevers gaan daarnaast komend jaar geconfronteerd worden met de ‘Wet werken waar je wilt’, die regelt dat werknemers een wijziging van arbeidsplaats kunnen aanvragen.

Dit blijkt uit een analyse van HR- en salarisdienstverlener ADP.

Vrije ruimte werkkostenregeling

Veel werkgevers willen financieel wat extra’s voor hun werknemers doen om ze te helpen in deze economische uitdagende tijden. De werkkostenregeling kan hier volgend jaar uitkomst in bieden.

De vrije ruimte over de eerste € 400.000 wordt volgend jaar namelijk tijdelijk verhoogd van 1,7 procent naar 3 procent. Vanaf € 400.000 blijft de vrije ruimte 1,18 procent.

Als een bedrijf een eindejaarsuitkering of dertiende maand heeft, kunnen zij het bruto bedrag van de uitkering verlagen en dat deel voor de werknemer onbelast uitbetalen als bijvoorbeeld ‘vergoeding energiekosten’. Het leidt dus ook niet tot een hoger inkomen waardoor toeslagen in gevaar kunnen komen.

Verhoging onbelaste reiskosten- en thuiswerkvergoeding

Het bedrag dat werkgevers volgend jaar onbelast mogen vergoeden voor reiskosten wordt van € 0,19 verhoogd naar € 0,21 per kilometer. Voor de thuiswerkvergoeding verandert het bedrag van € 2,00 in € 2,15 per gewerkte thuiswerkdag of een deel daarvan. Het feit dat het fiscaal mag, betekent nog niet dat een werkgever het arbeidsvoorwaardelijk moet doen.

Wet werken waar je wilt

Het wetsvoorstel ‘Werken waar je wilt’ is in juli met een ruime meerderheid aangenomen door de Tweede Kamer. Het wetsvoorstel regelt dat werknemers een verzoek in kunnen dienen waarin zij een wijziging van de arbeidsplaats vragen. Dit kan bijvoorbeeld het huis van de werknemer zijn, mits het binnen de Europese Unie is gelegen.

De werknemer kan ook vragen om één of meer dagen per week op een andere vestiging van de werkgever te mogen werken. De werknemer krijgt meer zeggenschap. Alleen met een gemotiveerd beroep op de redelijkheid en billijkheid kan de werkgever het verzoek afwijzen.

Het wetsvoorstel ligt momenteel bij de Eerste Kamer waar het dit voorjaar waarschijnlijk zal worden behandeld.

Rapportage kilometers van werknemers

Werkgevers met meer dan 100 werknemers moeten er rekening mee houden dat zij in 2023 worden geconfronteerd met een nieuwe administratieve last. In het kader van internationale afspraken om de CO2-uitstoot te beperken, moeten deze werkgevers alle werkgerelateerde kilometers van hun werknemers gaan rapporteren aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Dit geldt voor zowel de woon-werk kilometers als alle overige zakelijke kilometers.

Er moet ook onderscheid worden gemaakt in hoe werknemers hebben gereisd, bijvoorbeeld met de auto, openbaar vervoer of fiets. Als met de auto, bromfiets of scooter is gereisd, moet ook gerapporteerd worden op welke brandstof dat vervoermiddel rijdt (bijvoorbeeld diesel, benzine, elektrisch). Verplichte invoering staat gepland vanaf 1 juli 2023.

Stijging premies en bijdrage

Premies werknemersverzekeringen blijven gedifferentieerd en zijn afhankelijk van bijvoorbeeld het soort arbeidscontract (werkloosheidsfonds), grootte van de loonsom (arbeidsongeschiktheidsfonds) en aantal WGA- en/of ZW-gevallen dat aan de werkgever toegerekend worden (werkhervattingskas).

Opvallend voor 2023 is dat het maximumbedrag waar premies over betaald worden fors stijgt; van € 59.706 naar € 66.956. Hetzelfde geldt voor de bijdrageloon Zorgverzekeringswet (ZVW).

Voor werknemers met een brutoloon per maand tot € 5.165 betalen werkgevers minder aan premies in 2023. Daarna loopt het verschil op in het nadeel van de werkgever. Voor een werknemer met een brutoloon van € 5.250 moet € 41,96 per maand meer worden afgedragen. Vanaf € 5.750 wordt het maximale verschil van € 100,09 per maand bereikt.