Eén derde van de Nederlandse werknemers heeft de beschikking over een eigen keuzebudget rondom hun eigen duurzame inzetbaarheid
Zij laten volgens hun werkgevers echter veel kansen liggen bij het gebruiken van dat geld.
Dat is de belangrijkste conclusie uit onderzoek van werkgeversvereniging AWVN naar beschikbaarheid en gebruik van duurzame-inzetbaarheidsbudgetten.
Budget DI met grote keuzevrijheid
Duurzame inzetbaarheid wordt zowel door overheid, vakbonden als werkgevers gezien als een antwoord op de uitdagingen waarvoor de samenleving staat door de grote veranderingen in het werk en door de vergrijzing.
Uit het AWVN-onderzoek blijkt dat een derde van de werkgevers een zogenoemd DI-budget aan zijn medewerkers beschikbaar stelt. Nog eens 15 procent van de respondenten is op dit ogenblik bezig met de mogelijke invoering van zo’n regeling.
Bij de bedrijven die al een DI-regeling hebben, krijgen de werknemers gemiddeld € 1.200 per jaar (in geld én tijd) om in hun eigen duurzame inzetbaarheid te investeren. Zij mogen het budget met grote keuzevrijheid besteden.
Belangrijkste bestedingsdoelen (vaak in combinatie) zijn opleidingen al dan niet aansluitend bij de huidige functie (39 procent), training (28 procent), maatregelen die de persoonlijke werk-privébalans verbeteren (24 procent) en loopbaanadvies (18 procent).
Lijnmanagement onvoldoende betrokken
Werknemers zijn nog te weinig met het thema duurzame inzetbaarheid bezig, zegt meer dan de helft van de werkgevers. Daardoor blijft er teveel geld ongebruikt.
Ook is het lijnmanagement vaak onvoldoende betrokken bij het thema om een stimulerende rol te kunnen spelen. Verder zijn de regelingen zelf voor veel respondenten te “vrijblijvend”.
73 procent van de werkgevers geeft “het bieden van eigen regie op loopbaan en persoonlijke ontwikkeling” op als belangrijkste reden om een DI-regeling in te voeren. Keuzevrijheid van de werknemer rond bijvoorbeeld opleidingen is daar een uitvloeisel van.