Vanwege langdurige aandoeningen verzuimen oudere werknemers meer dan jongere.

Oudere werknemers hebben vaker te maken met aandoeningen die een hoog ziekteverzuim kennen, zoals hart- en vaatziekten en rug-, nek- en gewrichtsklachten.

Bij werknemers zonder langdurige aandoening verschilt het ziekteverzuim weinig naar leeftijd.

Ziekteverzuim loopt op met leeftijd

Het door werknemers gerapporteerde ziekteverzuimpercentage lag in 2013 op 4,0 procent. Dit betekent dat werknemers van elke 100 werkdagen er gemiddeld 4 niet aan het werk waren vanwege ziekte.

Het ziekteverzuim loopt op met de leeftijd. Onder 15- tot 25-jarigen bedroeg het ziekteverzuim 2,3 procent en onder 25- tot 35-jarigen 3,4 procent. Het ziekteverzuim was met 5,8 procent het hoogst onder 55- tot 65-jarigen.

Meestal door griep of verkoudheid

Griep of verkoudheid is bij alle leeftijdsgroepen verreweg de meest genoemde reden voor verzuim. Bij ouderen zijn vaker dan bij jongeren ook langdurige aandoeningen de reden, zoals hart- en vaatziekten of klachten aan rug, nek en gewrichten.

Langdurige aandoening

Bij afwezigheid van een langdurige aandoening ligt het verzuim van 55- tot 65-jarigen maar iets hoger dan dat in de jongere leeftijdsgroepen.

Bij werknemers met een langdurige aandoening loopt het ziekteverzuim wel flink op met de leeftijd. Dit hangt samen met het type aandoening dat oudere werknemers hebben. Ouderen hebben vaker aandoeningen die samengaan met een bovengemiddeld verzuim

Type langdurige aandoening

Meer dan bij de jongere werknemers hebben de langdurige aandoeningen van oudere werknemers te maken met rug-, nek- en gewrichtsklachten en met hart- en vaatziekten.

Het gemiddelde verzuim als gevolg van deze klachten ligt hoger dan bij aandoeningen zoals astma en migraine, die onder jongeren met een langdurige aandoening vaker voorkomen.

Bron: CBS