Veel overheden adviseren werknemers wereldwijd zo veel mogelijk thuis te werken. Toch durven werknemers niet altijd gebruik te maken van de mogelijkheden om flexibel te werken.
Medewerkers blijven druk vanuit de werkgever ervaren om toch fysiek naar de werkplek te komen. Zelfs tijdens de pandemie heeft slechts één op de vier medewerkers in Europa het gevoel gebruik te mogen maken van de mogelijkheden om flexibel te werken.
Sinds de pandemie is wereldwijd het aantal organisaties met een officieel beleid voor flexibel werken logischerwijs hard gestegen. Voordat het coronavirus uitbrak, had een kwart van de organisaties een dergelijk beleid. De wereldwijde uitbraak van COVID-19 leidde tot een stijging naar 44 procent.
Dit blijkt uit de onderzoek van HR- en salarisdienstverlener ADP.
Gevoel gaat tegen advies van de overheid in
Bij 17 procent van de Nederlandse bedrijven werd voordat het coronavirus wereldwijd uitbrak nooit flexibel gewerkt. Dat is een hoog percentage in vergelijking met andere Europese landen zoals Duitsland (10 procent), Zwitserland (13 procent) en Spanje (14 procent). Het gemiddelde percentage wereldwijd lag vóór de pandemie op 20 procent, sinds COVID-19 is dit naar ruim 12 procent gedaald.
Ook in Europa is het percentage bedrijven waar helemaal niet flexibel werd gewerkt, gedaald van gemiddeld 15 procent naar 9 procent.
“Deze verschuivingen zijn natuurlijk direct het gevolg van de corona-uitbraak. Het is een verrassende uitkomst dat veel werkgevers werknemers het gevoel geven dat ze ondanks advies van de overheid toch fysiek aanwezig moeten zijn op de werkplek”, zegt Martijn Brand, algemeen directeur van ADP Nederland.
Slechts 14 procent van de werknemers in Nederland gaf voordat het coronavirus uitbrak aan dat het management flexibel werken toestaat. Dat is een laag percentage ten opzichte van de rest van de wereld, waar op dat moment bijna één op de vier managers positief tegenover flexibel werken stond. Sinds de pandemie is hun houding in positieve zin veranderd; van 23 procent naar 28 procent.
Algemene acceptatie na uitbraak COVID-19 lager dan verwacht
De algemene acceptatie rondom flexibel werken is minder gestegen dan verwacht. Voor de pandemie voelde 10 procent van de werknemers in Europa zich veroordeeld als zij gebruikmaakten van de mogelijkheden om flexibel te werken. Dat percentage daalde tijdens de coronaperiode licht naar 7 procent.
Brand: “Gelukkig ervaren werknemers in mindere mate een schuldgevoel wanneer zij flexibel werken. Echter, het feit dat werknemers zelfs tijdens de pandemie het gevoel hebben erop te worden aangekeken, duidt op een gevoel van wantrouwen. Terwijl werknemers vaak zelfs juist productiever zijn wanneer zij thuiswerken of zelf hun werktijden kunnen indelen.”