Twee op de drie werknemers voelen zich door de coronacrisis gedwongen om keuzes te maken tussen werk en privéleven.
In Nederland voelen werknemers zich daarnaast minder gesteund door hun werkgever als het gaat om hun mentale gezondheid dan wereldwijd gezien.
Dat blijkt uit het onderzoek ‘People at Work 2021: a global workforce view’, uitgevoerd door het onderzoeksinstituut van HR- en salarisdienstverlener ADP.
Voor het onderzoek zijn 32.471 werknemers in zeventien landen, waaronder Nederland, bevraagd over actuele thema’s die spelen op de werkvloer. Daarbij is ook gekeken naar hoe werknemers en werkgevers tot nu toe zijn omgegaan met de COVID-19-pandemie en hoe zij denken over de toekomst.
Optimisme over toekomst
Van alle werknemers wereldwijd noemt 21 procent gezond blijven als grootste uitdaging rondom werk na het uitbreken van de coronapandemie.
Het managen van de werk-privébalans volgt met 17 procent als tweede, gevolgd door stressmanagement en productief blijven (beide 13 procent).
Een ruime meerderheid van de respondenten heeft sinds het uitbreken van COVID-19 concessies moeten doen tussen werk en privé (67 procent). Zo geeft 46 procent van de ondervraagde werknemers aan te moeten kiezen tussen werk en gezondheid Voor 43 procent geldt dit voor de balans tussen werk en familie.
Van degenen met een essentieel beroep, bijvoorbeeld zorgmedewerkers, gaf zelfs 53 procent aan dat zij tussen werk en gezondheid moesten kiezen. Mogelijk speelt drukte in deze beroepsgroepen en bijkomende stress hier een rol bij.
Opvallend is verder dat voor zowel mannen als vrouwen de percentages weinig verschillen. Het hele gezin wordt dus beïnvloed door de coronacrisis, bijvoorbeeld doordat beide ouders thuiswerken en de kinderen lange tijd niet naar school konden.
Jongeren in de leeftijdscategorieën 18-24 jaar (53 procent) en 25-34 (51 procent) geven het vaakst aan dat zij keuzes tussen werk en gezondheid moesten maken.
In Nederland lijkt werk-privébalans minder verstoord dan in het buitenland
Bijna de helft (48 procent) geeft aan geen keuze te moeten maken tussen werk en privé, vergeleken met 33 procent wereldwijd.
Toch geven één op de drie werknemers in ons land aan dat ze keuzes moesten maken tussen werk en gezondheid. Voor 27 procent betrof dit een keuze tussen werk en familie.
Uit de cijfers komt verder naar voren dat er optimisme heerst over de uiteindelijke impact van de coronacrisis op de werk-privébalans in de komende drie jaar. Zeven op de tien werknemers wereldwijd denken dat er ofwel een positieve (44 procent) of helemaal geen impact (26 procent) zal zijn.
In Nederland liggen deze percentages nagenoeg andersom: 28 procent verwacht een positieve impact, 44 procent verwacht die in het geheel niet.
Volgens Martijn Brand, algemeen directeur van ADP Nederland, laten de cijfers de impact van de coronacrisis op ons privéleven duidelijk zien: “Aan de ene kant is dit niet verrassend omdat elke werknemer die een gezin heeft, zijn werk-privébalans anders moet inrichten sinds de pandemie uitbrak. Denk aan de kinderen die thuis zijn, de partner die ook thuiswerkt, dat trekt een zware wissel op het gezinsleven en vraagt aanpassingsvermogen. Dat ruim 70 procent van de Nederlandse respondenten denkt dat COVID-19 uiteindelijk geen of zelfs een positieve impact op de balans tussen werk en privé zal hebben, laat denk ik zien hoe veerkrachtig werknemers zijn en dat we ook deze lastige situatie aankunnen”.
Aandacht voor mentale gezondheid blijft nodig
Werknemers geven verder aan overwegend tevreden te zijn over de aandacht die hun werkgever schenkt aan hun mentale gezondheid tijdens de coronacrisis.
30 procent van de respondenten wereldwijd geeft aan dat zij sterk het gevoel hebben door de werkgever gesteund te worden op het vlak van mentaal welzijn. Nog eens 36 procent vindt dat dit enigszins het geval is. Slechts 12 procent is het hier sterk of enigszins mee oneens.
In Nederland lijkt er wat minder aandacht te zijn voor de mentale gezondheid tijdens COVID-19: 15 procent voelt zich hierin sterk gesteund, 31 procent enigszins. 24 procent is het er echter sterk of enigszins mee oneens dat de werkgever hen ondersteunt op het mentale vlak.
Brand: “Het is best zorgelijk dat we in Nederland hier wat minder aandacht aan lijken te schenken tijdens deze crisis. Juist nu werknemers niet dagelijks op de werkvloer zijn, moet je als werkgever vinger aan de pols houden. Ga informeel na welke behoeften er zijn onder werknemers en vraag gewoon hoe het met iemand gaat, toon digitaal ook de persoonlijke interesse die je normaal bij de koffieautomaat toont. Zorg dat iedereen aangehaakt blijft en ondersteun waar nodig werknemers die het lastig hebben, of dit nu financieel is, qua tijdsindeling of qua fysieke of mentale gezondheid.”
Innovatievermogen lijdt onder thuiswerken
Uit een ander onderzoek van Workforce Management specialist Protime, maakt maar liefst 57 procent van de werkende Nederlanders bij thuiswerken meer uur dan op kantoor. Het onderzoek is uitgevoerd onder ruim 1.000 werkende Nederlanders met een kantoorbaan, die in de afgelopen maanden (deels) thuis hebben gewerkt.
Het feit dat thuiswerkers de neiging hebben om meer over te werken, kan verklaren waarom – volgens dit onderzoek – twee op de vijf (38 procent) Nederlanders aangeeft dat zijn werk-privébalans is verstoord door het thuiswerken.
Niet alleen de werk-privébalans lijdt onder het thuiswerken, ook het innovatievermogen van organisaties heeft het te verduren. Zo geeft 21 procent van de werkenden aan dat hij zich minder verantwoordelijk voelt om bij te dragen aan de innovatie van zijn organisatie wanneer hij thuiswerkt.
Toch veroorzaakt het werken vanuit huis niet alleen maar kommer en kwel: voor twee op de vijf (38 procent) Nederlanders heeft het namelijk een positieve impact gehad op de band die hij heeft met zijn organisatie.