Werkgevers hebben in 2021 minder vaak regelingen getroffen om werknemers te beschermen tegen psychosociale belasting.
Ze geven ook aan dat hun werknemers minder autonomie in hun werk hebben dan in eerdere jaren.
Opvallend is dat de autonomie in 2021 zelfs lager ligt dan in 2010. Dit blijkt uit de Werkgevers Enquête Arbeid 2021 van TNO, die tweejaarlijks wordt gehouden bij ongeveer 4.500 bedrijven en instellingen in Nederland.
Maatregelen tegen psychosociale risico’s neemt af
Nadat werkgevers tussen 2014 en 2019 steeds meer maatregelen tegen psychosociale risico’s namen, daalde het aantal maatregelen de afgelopen 2 jaar juist fors.
Dit soort maatregelen zijn van belang om het risico op werkgerelateerde stress te verminderen. Zo is “het geven van meer autonomie om psychosociale risico’s te verminderen” in de afgelopen twee jaar gedaald van 66 procent naar 48 procent en is “veranderingen in de organisatie van werk (bijvoorbeeld aanpassing in de planning, werktijden en takenpakket)” gedaald van 51 procent naar 33 procent.
Alleen in de ICT sector is geen sprake van een daling van het inzetten van maatregelen tegen psychosociale risico’s, in alle andere sectoren wel.
De daling is het grootst in de vervoerssector, gevolgd door het onderwijs, bouw en financiële dienstverlening. In de horeca en recreatiesector worden in 2021 net als in 2019 de minste maatregelen genomen.
Gerben Hulsegge, onderzoeker bij TNO: “Deze ongunstige trends worden deels verklaard door de COVID-19 situatie waarin we eind 2021 zaten. Werkgevers hebben zich mogelijk beperkt gevoeld om maatregelen te kunnen nemen om psychosociale risico’s te verminderen omdat andere zaken prioriteit hadden. Veel werkgevers moesten zich focussen op maatregelen om de zaak überhaupt draaiend te houden”.
Daar komt volgens Hulsegge bij, dat er in veel sectoren een tekort was aan personeel, waardoor de werkgever zich minder flexibel kon opstellen naar de eigen werknemers. In de huidige situatie met de krapte op de arbeidsmarkt en de vaak hoge taakeisen is het juist van belang dat organisaties veel aandacht besteden aan deze maatregelen om zo werkstress te verminderen en verdere uitval te voorkomen.
Ook krijgen werknemers minder autonomie in het werk
De regelmogelijkheden van een werknemer om invloed uit te oefenen op de eigen werkzaamheden en hoe hij of zij het werk indeelt – oftewel de autonomie – is op verschillende vlakken volgens werkgevers verminderd.
Het percentage werkgevers dat aangaf dat hun werknemers zelf kunnen beslissen over hun werkmethode nam af van 50 procent naar 38 procent tussen 2019 en 2021. Het zelf kunnen beslissen over werkverdeling daalde van 51 procent naar 37 procent en het zelf de werktijden en pauzes kunnen bepalen nam af van 45 procent naar 36 procent.
Als laatste daalde het percentage werknemers dat zelf operationele problemen en storingen in het productie- of werkproces mocht oplossen van 60 procent in 2019 naar 49 procent in 2021.
Gerben Hulsegge: “Zeker in combinatie met minder maatregelen tegen psychosociale risico’s is dit een zorgwekkende ontwikkeling. Een goede balans tussen voldoende autonomie en de hoeveelheid werk is nodig om een hoge werkdruk te voorkomen. De werkgever heeft hier last van, omdat het werk niet afkomt of van onvoldoende kwaliteit is, en de werknemer kan bij langdurige werkdruk stress krijgen, waardoor het risico op uitval toeneemt.”
Het goede nieuws volgens Hulsegge is dat TNO deze trend niet zag in de resultaten van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden onder werknemers. Werknemers ervaren hun autonomie ongeveer hetzelfde als twee jaar geleden.
Het is niet duidelijk waar dit verschil door komt. Mogelijk dat werkgevers de indruk hadden dat werknemers door de COVID-19 crisis niet veel keuze hadden in hoe ze hun werk moesten uitvoeren, terwijl bepaalde groepen werknemers zelf meer autonomie ervaarden bijvoorbeeld door de mogelijkheid tot thuiswerken.
Afname autonomie in meeste sectoren
In de meeste sectoren is een daling in autonomie te zien. Het grootst is de daling in de bouw, ICT, zorg en vervoer.
In de zorgsector is bijvoorbeeld het percentage medewerkers dat zelf het werk kan indelen gedaald van 63 procent in 2019 naar 45 procent in 2021. Alleen in de financiële dienstverlening en horeca is het redelijk stabiel gebleven. De daling in autonomie is te zien in zowel kleine als grote organisaties.