Het aantal vrouwen met een hogere leidinggevende functie in bedrijven in het middensegment is wereldwijd gestegen tot 31 procent, ondanks de COVID-19-pandemie die economieën over de hele wereld treft, zo blijkt uit het jaarlijkse Women in business-rapport van Grant Thornton.
Het is hoopvol te zien dat het percentage vrouwelijke leiders stijgt tot 31 procent, aangezien het wereldwijde cijfer de voorgaande twee jaar (2019 en 2020) hardnekkig op 29 procent bleef steken.
Ook wordt de belangrijke drempel van 30 procent overschreden, wat volgens onderzoek de minimale vertegenwoordiging is die nodig is om besluitvormingsprocessen te veranderen.
Alle onderzochte regio’s, met uitzondering van APAC (28 procent), hebben nu de cruciale mijlpaal van 30 procent overschreden.
C-suite functies toegenomen
Een andere bemoedigende uitkomst is het soort leidinggevende functies dat vrouwen bekleden. Uit het onderzoek van Grant Thornton blijkt dat het aantal vrouwen in operationele C-suite functies in vergelijking met vorig jaar is gestegen: het aantal vrouwelijke CEO’s is met 6pp gestegen tot 26 procent, het aantal vrouwelijke CFO’s is eveneens met 6pp gestegen tot 36 procent, en het aantal vrouwelijke COO’s is met 4pp gestegen tot 22 procent.
Het aandeel vrouwen in de meer traditionele senior HR-functies daalde licht tot 38 procent (-2pp ten opzichte van 2020) en vertoont sinds 2019 een dalende trend. Bovendien is meer dan twee derde (69 procent) van de respondenten het ermee eens dat in hun organisaties de nieuwe werkpraktijken als gevolg van COVID-19, het carrièretraject van vrouwen op lange termijn ten goede zullen komen. Dit ondanks mogelijk belemmerende factoren die te maken kunnen hebben met de flexibiliteit die werken op afstand biedt.
Gevolgen pandemie
Hoewel het aantal vrouwen in leidinggevende functies is toegenomen, blijven er vragen bestaan over de gevolgen van de COVID-19-pandemie voor vrouwen, met name werkende moeders.
Uit gegevens van de VN blijkt dat vóór de pandemie vrouwen drie keer zoveel onbetaald huishoudelijk werk deden als mannen en er zijn steeds meer aanwijzingen dat COVID-19 dit verschil alleen maar groter maakt – en ook de extra verantwoordelijkheden van kinderopvang en thuisonderwijs terwijl de scholen gesloten zijn, met zich meebrengt.
Een op de drie medewerkers vecht ongelijkheid aan
In het kader van het thema ‘Choose to Challenge’ van Internationale Vrouwendag op 8 maart heeft recruitmentexpert Hays een onderzoek gedaan naar het aankaarten van ongelijkheid op de werkvloer.
Uit dit onderzoek blijkt dat een op de drie (32 procent) medewerkers zelf actie neemt wanneer hij of zij ongelijkheid op de werkvloer waarneemt. Vooral mannen nemen zelf actie (M: 16 procent, V:12 procent).
Toch kiest ruim de helft van de medewerkers (52 procent) ervoor om het management of HR te benaderen en op de hoogte te stellen. Vooral vrouwen geven de voorkeur aan het informeren van het management of HR, namelijk 28 procent. Bij mannen is dit 23 procent.
Ondanks dat zeker 92 procent van de Nederlanders ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de werkvloer aan de kaart stelt als ze er getuige van zouden zijn, kiest 8 procent ervoor dit niet te doen, om diverse redenen.
Er wordt gedacht dat er niets mee gedaan wordt (4 procent), het wordt niet gezien als hun verantwoordelijkheid (3 procent) en men is bang niet anoniem te kunnen blijven (1 procent). Voor werkgevers ligt hier de schone taak om hun werknemers te informeren over de manieren om ongelijkheid aan te kaarten.
>>> Lees ook Godinnen in elke leider
>>> Lees ook Liefdevol leiderschap