Het aandeel organisaties met beleid gericht op langer doorwerken van het personeel is toegenomen van 32 procent in 2010 naar 40 procent in 2014.
Dit blijkt uit de Werkgevers Enquête Arbeid (WEA) 2014 van TNO, een tweejaarlijks representatief onderzoek onder ruim 5.000 vestigingen van bedrijven en instellingen.
Toename maatregelen langer doorwerken
Nog steeds treft minder dan de helft van de bedrijven maatregelen zodat hun medewerkers langer kunnen doorwerken, maar er is wel een toename te zien.
In 2014 had 40 procent van de bedrijven dergelijke maatregelen opgenomen in hun bedrijfsbeleid, terwijl dat in 2010 nog 32 procent was.
Het gaat dan om zowel ontziemaatregelen (zoals vrijstellen van onregelmatige dienst en verlichting van het takenpakket) als om stimuleringsmaatregelen (zoals het aanmoedigen van scholing of cursusdeelname, taakverbreding en gezondheidsbeleid).
Sectorverschillen
Tussen de sectoren zijn er flinke verschillen: van de werkgevers in het openbaar bestuur en bij overheidsdiensten heeft 55 procent maatregelen getroffen voor langer doorwerken van het personeel.
Ook relatief veel (50 procent) werkgevers in de landbouw, bosbouw en visserij treffen dergelijke maatregelen. In de bouwnijverheid en de financiële instellingen gaat het slechts om respectievelijk 30 en 35 procent van de werkgevers.
Ontzien van werknemers
Stimuleringsmaatregelen lijken onder werkgevers nog steeds minder ‘populair’ dan ontziemaatregelen. In 2014 trof slechts 15 procent van de werkgevers één of meer stimuleringsmaatregelen tegen 29 procent ontziemaatregelen.
Meestal gaat het bij ontziemaatregelen om extra vrije dagen of aanpassing van de werktijden voor oudere werknemers. Ontziemaatregelen kunnen onbedoeld bijdragen aan negatieve stereotypering van oudere medewerkers, terwijl stimuleringsmaatregelen dit juist tegengaan.
Dit najaar volgen verdiepingsstudies waarin het duurzame inzetbaarheidsbeleid van werkgevers én de duurzame inzetbaarheid van werknemers centraal staan.
Het onderzoeksrapport is hier te downloaden.
