Het recordverzuim van 5,6 procent kostte werkgevers in 2022 ruim 42 miljard euro. Dat werd mede veroorzaakt door het oplopende tekort aan bedrijfsartsen.
Zo constateerde arbodienstvergelijker HR Navigator op basis van onafhankelijk onderzoek onder 3.000 werkgevers en 50 arbodienstverleners.
De schaarste onder bedrijfsartsen neemt anno 2023 alleen maar toe. Arbodiensten zeggen actief contracten op, met alle gevolgen van dien.
Schade
Een verzuimende medewerker kost een werkgever gemiddeld € 400,– per dag. Dat bedrag bestaat niet alleen uit de loonkosten die moeten worden doorbetaald bij ziekte, maar ook uit niet gefactureerde omzet, werk dat blijft liggen of uitzendkrachten die moeten worden ingehuurd.
Daarnaast veroorzaakt het toenemende werkdruk bij collega’s en moeten bedrijven soms zelfs tijdelijk dicht.
Met een beroepsbevolking van bijna 9,5 miljoen, een gemiddelde werkweek van 31 uur en een verzuim van 5,6 procent, komt dat dus neer op ruim 42 miljard euro verzuimschade.
Flexibiliteit
Marco de Zeeuw, directeur HR Navigator: “Dat hoge verzuimpercentage komt voor een beperkt deel door griep, corona en baaldagen. Het leeuwendeel van het verzuim komt door langverzuimers en juist daarvoor is professionele begeleiding nodig van een arbodienst. Hoe later die begeleiding start, hoe langer het verzuim duurt”.
Het tekort aan bedrijfsartsen is geen verrassing. Het Capaciteitsorgaan – gesubsidieerd door het Ministerie van VWS – becijferde in 2019 al in haar rapport ‘Capaciteitsplan 2021-2024’, dat er jaarlijks 260 nieuwe bedrijfsartsen nodig zijn om over 12 tot 18 jaar een evenwicht op de arbeidsmarkt te realiseren. Die noodzakelijke instroom is een utopie.
De Zeeuw: “Werkgevers houden teveel vast aan oude patronen en werkwijzen. Arbo zien ze als een kostenpost en de bedrijfsarts als wonderdokter. Los van het feit dat het geen wonderdoktoren zijn en deze vorm van eigen regie meestal niet werkt, zorgt de huidige schaarste ervoor dat arbodiensten dit domweg niet meer kunnen en willen leveren. Als de bestaande bedrijfsarts opzegt, zien we bij publieke aanbestedingen regelmatig nul inschrijvingen”.
>>> Lees ook: Dood van eigenregiemodel is een zegen |
Zorg
Veel organisaties met een hoog verzuim zijn de afgelopen jaren in een neerwaartse spiraal terecht gekomen.
De Zeeuw: “Neem bijvoorbeeld de zorg, waar het verzuim al hoog was. Toen corona daar nog eens overheen kwam, werd het probleem alleen maar groter. Inmiddels is het verzuim in de zorg 8,3 procent. Ofwel: als er op een werkdag 100 mensen worden ingeroosterd, zijn er meer dan 8 ziek”.
Die vicieuze verzuimcirkel – hoe meer verzuim, hoe hoger de werkdruk, hoe meer verzuim – moet volgens hem doorbroken worden.
De Zeeuw: “En dat kan, maar dan moet men wel uit een ander vaatje tappen. Het klinkt wellicht wat tegenstrijdig met de huidige tekorten in de markt, maar wij adviseren om juist méér en vooral eerder gebruik te maken van de arbodienst. Net als elders in de zorgsector, zijn ook bij arbodiensten praktijkondersteuners van onschatbare waarde. Ze hebben functienamen als (taakgedelegeerde) casemanager, verzuimadviseur, re-integratie adviseur, of praktijkondersteuner bedrijfsarts. Door zieke medewerkers sneller en intensiever te begeleiden door dit soort ondersteuners, kun je de bedrijfsarts efficiënt inzetten en druk je het verzuim naar beneden. En daar heeft iedereen baat bij. De rekensom is simpel: als het verzuim 2 procent daalt, heb je 2 procent extra handen aan het bed. Het betekent ook, dat de torenhoge druk op de medewerkers afneemt, wat er weer voor zorgt dat het toekomstig verzuim daalt. De huidige arbomarkt kan en wil werkgevers nog altijd graag helpen, mits zij als partner in bedrijfsgezondheid serieus genomen worden”.