Het duurzaam inzetbaar houden van medewerkers tot aan hun pensioen staat onder enorme druk. Werkgevers ervaren namelijk hindernissen bij het investeren in medewerkersgezondheid, wat de toch al krappe arbeidsmarkt nog verder beperkt.
Dit stelt Roland Kip, algemeen directeur van Stichting IZZ, lid van het Verenigd Zorgcollectief.
Onvoldoende investeringen in gezondheid werknemers
In een tijd waarin de druk op de financiën van werkgevers toeneemt, blijken investeringen in werknemerswelzijn en hun gezondheid niet alleen fiscaal onaantrekkelijk, maar ook onvoldoende plaats te vinden. Volgens Kip ontbreken effectieve beleidsinstrumenten.
In plaats daarvan ligt de nadruk op kosten van verzekerde zorg beperken, verhoogde eigen risico’s en de opkomst van budgetzorgpolissen. Hierdoor komt de verantwoordelijkheid voor preventieprogramma’s alleen bij werkgevers te liggen, waardoor de kosten voor werkgevers en werknemers toenemen.
Beleidsmakers in de zorgmarkt en ziektekostenverzekeraars denken vanuit het perspectief van de individueel verzekerde en niet vanuit werkende groepen. Werkgevers hebben nauwelijks impact op dit beleid, terwijl ze toch meer dan de helft van ziektekostenbijdrage leveren.
Het tekortschietende preventie- en gezondheidsbeleid is een groot probleem, gezien het enorme aantal personeelstekorten in de zorg, energie en techniek en bij de politie. Dit zijn cruciale sectoren voor onze maatschappij en economie. Het Verenigd Zorgcollectief maakt zich ernstig zorgen over deze vicieuze cirkel.
Het Verenigd Zorgcollectief is de branchevereniging van organisaties die met zorgverzekeraars collectieve contracten afspreken met inhoudelijke programma’s gericht op preventie en gezondheid. In totaal representeert de vereniging in diverse sectoren meer dan 1.000 organisaties met 1,5 miljoen zorgverzekerden.
Heroverweging financiële prikkels
Er gaan tientallen miljarden om in de zorg. Vanuit de Zorgverzekeringswet gaat hier in 2024 ongeveer 65 miljard euro naartoe. Hiervan komt 32 miljard uit de inkomensafhankelijke bijdrage, die voor ongeveer de helft door werkgevers wordt betaald.
Via de werknemersbijdrage betalen werknemers de andere helft. Hiernaast betalen werknemers de nominale premie, die ongeveer 26 miljard van de financiering opbrengt in de vorm van premie en ca. 3 miljard in de vorm van het verplichte eigen risico. De overige 3 miljard betaalt de overheid. Wat de reden van verzuim ook is: bij ziekte is het de werkgever die uiteindelijk vaak de rekening betaalt.
Daarnaast worden werkgevers vaker geconfronteerd met kosten van psychische zorg. De duur van verzuim wordt langer, dit verlaagt de productiviteit en heeft directe gevolgen voor de bedrijfscontinuïteit. De versobering heeft tot gevolg dat tal van verzuiminterventies niet langer gedekt worden via de zorgverzekering. Werkgevers die deze interventies wel willen, draaien steeds vaker zelf voor de kosten op. Hierdoor stijgen de totale verzuimkosten voor de werkgever.
Kip: ‘Werkgevers krijgen een steeds grotere financiële verantwoordelijkheid voor de gezondheid van hun medewerkers, maar krijgen hier weinig voor terug. Volgens Kip moet het nieuwe kabinet het tij keren door fiscale en financiële prikkels te heroverwegen en effectievere maatregelen te stimuleren, zeker nu het preventieakkoord niet werkt.
Een herziening en verruiming van de werkkostenregeling en een ander fiscaal toetsingskader dan het verouderde ‘cafetariamodel’ is de sleutel tot succes. De overheid moet werkgevers niet alleen fiscaal ontlasten, maar ook aanmoedigen om actief te investeren in gezondheidswinst, preventie, verzuimreductie en duurzame inzetbaarheid. Dit kan door leefstijlprogramma’s of andere preventieve interventies, buiten de Arbowet om, vrij te stellen van btw.
Uitwisseling data
Het Verenigd Zorgcollectief pleit er daarnaast voor om gezondheidsinterventies, ervaringen en resultaten tussen collectieven uit te wisselen. Hiervoor is inzicht in data van zorggebruik noodzakelijk.
Kip: “Door inhoudelijke collectiviteiten toegang te geven tot geanonimiseerde zorggebruiksgegevens, kunnen we de effecten van investeringen in preventie en gezondheidswinst meten en verbeteren. Dit gebeurt al bij pensioenverzekeraars, die data delen met sociale partners om risico’s en patronen te analyseren. Hetzelfde kan men op ziektekostengegevens toepassen, maar deze kans wordt momenteel niet benut. Een wijziging in de zorgverzekeringswet, die de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) toestaat, is hiervoor noodzakelijk”.
De effectieve infrastructuur ligt namelijk al klaar om preventieve activiteiten te ontwikkelen, werknemers te activeren en collectieve afspraken te maken met zorgverzekeraars. Dit is niet alleen van belang voor de gezondheid en het inkomen van werknemers, maar ook voor de concurrentiekracht van bedrijven en de nationale economie als geheel.
Kip: “Werkgevers, beleidsmakers, inclusief SZW en VWS, en zorgverzekeraars moeten de handen ineenslaan en erkennen dat zij de sleutel tot een gezonde en bloeiende arbeidsmarkt in handen hebben door duurzame inzetbaarheid te waarborgen. Zie het als de overgang van het preventieakkoord naar een vitaliteitspact. Een desinvestering in gezondheid kan niet langer onopgemerkt blijven, want we betalen niet alleen financieel de prijs, maar ook voor de gezondheid en voortgang van onze samenleving”.