Het bedrijfsleven slaagt er niet in zijn hoogbegaafden personeelsleden blijvend te boeien en te binden, met verstrekkende gevolgen, tot burn-outs aan toe. Dit blijkt uit het promotieonderzoek van Patricia van Casteren, psychologe bij Ascender.

Veel leidinggevenden zijn bang dat een hoogbegaafde hem of haar van de troon wil stoten, stelt Van Casteren.

Maar hoogbegaafden zijn vaak niet op zoek naar leidinggevende functie. Ze zoeken vooral naar inhoudelijke betekenisgeving en kennisverwerving. Ze willen vaak niet eens op de stoel van de leidinggevende zitten.

Hoogbegaafde kinderen

Minister Slob voor Basis- en Voortgezet Onderwijs heeft vanuit het regeerakkoord vijftien miljoen euro beschikbaar gesteld, te besteden aan onderwijs voor hoogbegaafde kinderen.

Betere begeleiding van bijgeschoolde leraren en de mogelijkheid van een tussenjaar, van de basisschool naar het middelbaar onderwijs, zijn mogelijkheden die worden aangedragen. Eenmaal afgestudeerd en aan het werk doemt er dus een volgend probleem op: de werkgever die niet met hoogbegaafdheid om weet te gaan.

Onvoldoende ontgonnen gebied

Hoogbegaafdheid bij volwassenen is nog veelal onontgonnen gebied. Met haar promotieonderzoek brengt Van Casteren in kaart waar de werkende hoogbegaafden behoefte aan hebben, wat ze op de werkvloer tegenkomen en wat werkgevers dus moeten doen om hoogbegaafden duurzaam inzetbaar te houden. Want dat gaat nog heel vaak mis.

Blijven prikkelen

Uit het promotieonderzoek van Van Casteren blijkt dat wat de hoogbegaafde werknemer wil en hetgeen de leidinggevende biedt nog mijlenver uit elkaar ligt.

“Hoogbegaafden hebben behoefte aan autonomie op de werkvloer,” stelt van Casteren. “Ze willen zelf bepalen hoe ze hun werkzaamheden moeten uitvoeren, waar ze dit doen, wanneer dit gebeurt en met wie ze samenwerken. Krijgen ze deze ruimte niet, dan zijn de gevolgen voor velen van hen niet te overzien.”

Van Casteren roept werkgevers op om hoogbegaafde personeelsleden de ruimte te geven. Ze niet te behandelen als vreemde mensen, maar goed naar ze te luisteren. “Als u ze voortdurend en op de juiste manier prikkelt, zijn het de beste werknemers die u zich als organisatie kunt wensen.”

Van hoogbegaafdheid is sprake bij een IQ vanaf 130. Naar schatting ruim twee procent van de bevolking, zo’n 350.000 mensen, scoort zo’n hoog IQ. Het gemiddelde IQ is 100.