Een verslaving kan iedereen overkomen. Ook artsen.
Artsenfederatie KNMG biedt met het project ABS-artsen sinds 2011 hulp aan artsen met verslavingsproblemen.
Dit wordt uitgebreid met een monitoringsprogramma van vijf jaar. Zo wordt een belangrijke waarborg voor patiëntveiligheid ingebouwd.
Drempel hoog
Voor verslaafde artsen is de drempel erg hoog om hulp te vragen. Bij het steunpunt ABS-artsen kunnen artsen anoniem terecht. Hiermee verlagen we de drempel om hulp te zoeken.
Hans Rode, psychiater verbonden aan het project ABS-artsen, vandaag in de Volkskrant: “Het uitgangspunt is: hoe kunnen we deze artsen voor hun vak behouden? Wij willen hun een veilige haven bieden. Zieke artsen verdienen net zo’n goede behandeling als hun patiënten.”
Monitoring
Nog voor de zomer breidt de KNMG het project ABS-artsen uit met een monitoringsprogramma: artsen worden vijf jaar lang ondersteund, gemonitord en gecontroleerd als stok achter de deur.
Verslaafde artsen worden getest op gebruik, begeleid door een bedrijfsarts, nemen deel aan een zelfhulpgroep en krijgen een ‘buddy’ op de werkvloer, een collega die ze in vertrouwen nemen over hun verslaving.
Het doel is op een veilige manier weer aan het werk te gaan, veilig voor de patiënt en voor zichzelf.
Behandeling verslaving succesvol
Al sinds 2011 kunnen artsen met verslavingsproblemen – alcohol of andere psycho-actieve middelen – voor hulp terecht bij het steunpunt ABS-artsen. ABS staat voor abstinentie (iemand die zich onthoudt, vooral van het gebruik van alcohol), maar ook voor het abs-systeem in de auto.
Met dit steunpunt wil artsenfederatie KNMG voorkomen dat artsen blokkeren vanwege drank- of andere problemen.
Het ABS-programma is gebaseerd op de succesvolle Physician Health Programs in Amerika en Canada om verslaafde artsen te behandelen. Deze initiatieven hebben tot doel dokters met een verslaving te behandelen en te rehabiliteren. Het blijken effectieve programma’s die werken voor de arts en daarmee ook voor de zorg.