44 procent van de Nederlandse werknemers tussen 18 en 34 jaar vreest dat de abrupte overgang naar thuiswerken ervoor heeft gezorgd dat ze cruciale kansen hebben gemist om nieuwe vaardigheden op te doen en meer verantwoordelijkheden op zich te nemen. 40 procent denkt dat hun kansen op een succesvolle carrière in 2020 zijn afgenomen.

Dat blijkt uit recent onderzoek van Workday, leverancier van enterprise cloudapplicaties voor finance en human resources.

Angst voor gemiste carrière

Oudere werknemers in Nederland (55+) maken zich minder zorgen over de gevolgen voor hun carrière: slechts 19 procent vindt dat ze minder kans hebben gehad om verantwoordelijkheden op zich te nemen en nieuwe vaardigheden aan te leren, tegen 38 procent gemiddeld in Europa.

De angst voor een gemiste carrière is ook het laagst onder 55-plussers: slechts 8 procent denkt dat ze door de pandemie kansen hebben gemist (26 procent gemiddeld in Europa).

Tevreden Nederlanders

Nederlandse werknemers lijken in het algemeen minder negatieve gevolgen van de pandemie te ondervinden dan hun collega’s in andere EU-landen.

Samen met de Duitsers voelen werknemers zich hier bijvoorbeeld minder vermoeid dan elders in Europa. 57 procent van de Nederlanders zegt bovendien aan het einde van de week tevreden te zijn met hun werk, tegen bijvoorbeeld slechts 31 procent van de Italianen. Ook op productiviteit en motivatie scoren Nederlanders relatief hoog.

Een deel van die positieve resultaten kan mogelijk worden teruggevoerd op het leiderschap: de Workday Leadership Index laat zien dat werknemers in Nederland, Duitsland, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk het meest positief zijn over hun managers. Nederlandse leidinggevenden scoren 108 op de Index, waar 100 het gemiddelde is in Europa.

Met name werknemers uit de financiële dienstverlening en medewerkers die thuiswerkten tijdens de pandemie, geven Nederlandse werkgevers een positieve beoordeling. 48 procent van de Nederlandse respondenten vindt bovendien dat hun leidinggevenden in 2020 beter zijn gaan communiceren.

Thuiswerken uitdagend

In heel Europa werd vorig jaar het gemis van direct contact met collega’s gevoeld, maar Nederland en het VK voeren hier de lijst aan: 35 procent van de werknemers heeft daar last van, tegen 27 procent gemiddeld. 44 procent van de Nederlanders (met name vrouwen) voelt zich moe aan het einde van de werkweek, maar dat ligt wel onder het Europees gemiddelde van 52 procent (in Zweden zelfs 60 procent).

Opvallend is dat in Nederland, net als in België, slechts 69 procent van de respondenten thuis een eigen werkplek zegt te hebben – aanmerkelijk lager dan het Europese gemiddelde van 78 procent. Met name de Zwitsers (82 procent) en de Duitsers (86 procent) doen het wat dat betreft veel beter.

Drie op de vijf Nederlanders zeggen dat ze zich thuis meer geïsoleerd voelen. Vooral ouders van kinderen in de leeftijd van 0 tot 4 jaar en jonge werknemers tussen 18 en 34 jaar geven aan dat het vele thuiswerken in 2020 niet goed was voor de motivatie.

Nederlandse werknemers zijn meest optimistisch in Europa

Uit het onderzoek People at Work 2021: a global workforce view van HR- en salarisdienstverlener ADP, blijkt dat werknemers in Nederland ondanks de coronacrisis bovengemiddeld optimistisch zijn gebleven over hun toekomstperspectief op het werk. Dit percentage ligt net als vorig jaar op 83 procent. Een kwart is zelfs zeer optimistisch over zijn of haar baan.

Nederland steekt in vergelijking met andere Europese landen met kop en schouders erbovenuit. In vergelijking met andere werelddelen scoort Europa weliswaar een stuk slechter als het gaat om optimisme over het werk.

Voor het ADP onderzoek zijn 32.471 werknemers in zeventien landen, waaronder Nederland, bevraagd over actuele thema’s die spelen op de werkvloer Daarbij is ook gekeken naar hoe werknemers en werkgevers tot nu toe zijn omgegaan met de COVID-19-pandemie en hoe zij denken over de toekomst.

Grote verschillen binnen Europa

De Nederlandse economie werd met een krimp van 3,8 procent van het bruto binnenlands product hard geraakt als gevolg van de coronacrisis. Veel werknemers moeten noodgedwongen thuiswerken en er ontstaat veel financiële onzekerheid. Toch doet dit, in tegenstelling tot de andere landen, in Europa niets af aan het optimisme onder werknemers in Nederland.

“Dat onze overheid al aan het begin van de coronacrisis klaarstond met steunmaatregelen om de werkgelegenheid in Nederland te beschermen, heeft ongetwijfeld hieraan bijgedragen”, zegt Martijn Brand, algemeen directeur van ADP Nederland. In de andere Europese landen daalde het optimisme juist. Waar vorig jaar nog 78 procent van de Europeanen optimistisch was, is dit nu nog maar 72 procent. Spanje bungelt Europees gezien onderaan de lijst. Nog maar drie op de vijf werknemers zijn daar positief gestemd, terwijl dit er vorig jaar nog vier op de vijf waren.

Parttimers een stuk minder optimistisch

Waar 88 procent van de respondenten wereldwijd met een fulltimebaan positief gestemd is, geldt dat maar voor 76 procent van de parttimers. Ook de sector waarin werknemers actief zijn, speelt een rol in het optimisme.

Dat de reissector hard geraakt wordt door de coronacrisis, zien we ook terug in deze cijfers; ruim 20 procent van de werknemers is pessimistisch over de komende vijf jaar, terwijl dit voor corona nog maar 8 procent was.

Ook valt op dat waar bij alle leeftijdscategorieën het optimisme is gedaald, dit bij de 55-plussers juist licht gestegen is. En hoewel ouders het door thuiswerken en de zorg voor hun kroost het vaak extra druk hebben, is het effect van die drukte niet terug te zien in de cijfers. Van de ouders is namelijk 88 procent optimistisch over hun carrièreperspectief, in tegenstelling tot 83 procent van de niet-ouders.

Europa scoort slechter dan andere werelddelen

Wereldwijd is het optimisme gedaald van 92 procent naar 86 procent. Wel valt op dat deze daling voornamelijk heeft plaatsgevonden in Europa. Latijns-Amerika, met koploper Brazilië, heeft de meest positieve perspectieven. Ook in Azië-Pacific is het optimisme hoog.

Brand: “Hoewel het optimisme in sommige landen, waaronder Nederland, nu nog hoog lijkt, is dit wel iets wat werkgevers moeten zien vast te houden. De wereld gaat er steeds normaler en rooskleuriger uitzien, maar het is belangrijk dat werkgevers met hun medewerkers blijven communiceren over de verwachtingen en stand van zaken. Het gaat daarbij niet alleen om optimisme, maar ook om betrokkenheid en weerbaarheid op de langere termijn.”