Hoewel patiënten vooral een arts willen die luistert, ondersteunt en respect toont, geven huisartsen vooral medische informatie en advies.
Zo blijkt uit onderzoek bij het NIVEL waarop Ligaya Butalid 16 januari promoveert aan de Universiteit Utrecht.
Minder empathisch
Huisartsen en patiënten vinden dat de kwaliteit van de communicatie in de spreekkamer is verbeterd na de invoering van evidence-based richtlijnen.
Ook zijn huisartsen zich door de jaren heen meer bewust geworden van psychosociale aspecten die mogelijk een rol spelen bij fysieke klachten.
Toch zijn ze in de loop van de tijd minder empathisch geworden en patiënten brengen hun zorgen niet altijd ter sprake.
Minder mondig
Uit het onderzoek blijkt dat huisartsen nog zoeken naar een juiste balans tussen evidence-based werken en persoonlijke zorg.
Verder bleek dat patiënten minder mondig zijn dan vaak wordt aangenomen.
Volgens onderzoeker Butalid blijven patiënten per definitie afhankelijk van de arts. Ze moeten daarom tijdens consulten voldoende ruimte krijgen om hun onzekerheid of angst te uiten.
De huisarts moet niet alleen aandacht hebben voor de ziekte, maar vooral ook voor de zieke.
Veranderende context
Het medisch consult – waarin huisarts en patiënt met elkaar in gesprek gaan over gezondheidsproblemen, mogelijke diagnoses, en behandelingen – heeft een centrale positie in de gezondheidszorg.
De manier waarop huisartsen en patiënten met elkaar communiceren wordt beïnvloed door de context waarin dat consult plaatsvindt. Een context die steeds aan verandering onderhevig is. Er zijn nu bijvoorbeeld meer richtlijnen en meer artsen die in deeltijd werken dan dertig jaar geleden.
In haar proefschrift heeft Ligaya Butalid gekeken hoe de veranderende context doorwerkt in veranderingen in het arts-patiënt contact tijdens het huisartsenspreekuur.
Bron: NIVEL