Een andere balans in rechten en plichten rond ziekteverzuim in Nederland kan tot succesvolle re-integratie van zieke werknemers leiden en tot minder lasten voor werkgevers.

Dat concludeert Mark Diebels in het proefschrift waarop hij op 18 december is gepromoveerd aan Tilburg University.

iebels vergeleek het Nederlandse re-integratiestelsel met dat van Duitsland en onderzocht of het voldoet aan de Europese beleidsdoelstellingen.

Vluchtheuvel voor zieke werknemers

Het Nederlandse re-integratiestelsel voor zieke werknemers is uniek in Europa. Het kwam tot stand na de parlementaire enquête van de commissie Buurmeijer in 1992.

De instroom in de WAO was te hoog: die was een vluchtheuvel geworden voor zieke werknemers in plaats van een trampoline naar nieuw werk.

Om de re-integratie te bevorderen, moeten werkgevers sindsdien twee jaar loon doorbetalen bij ziekte, ongeacht hoe die is ontstaan.

Daarnaast moeten ze ervoor zorgen dat de werknemer weer aan de slag komt in het eigen bedrijf óf bij een ander bedrijf.

Heeft de werkgever daar te weinig aan gedaan, dan kan hij nog een jaar langer verantwoordelijk worden voor loondoorbetaling.

Balans is zoek

De nadruk in de regels op wat een zieke werknemer nog wél kan, heeft effect gehad: de instroom in de WAO (en de opvolger de WIA) is gedaald en het ziekteverzuimpercentage ook.

Maar het ziekteverzuim is internationaal gezien nog steeds hoog.

Uit toetsing aan Europese beleidsregels wordt bovendien duidelijk, dat belangrijke delen van onze wetgeving niet tot de beoogde resultaten leiden: aan veel zieke werknemers wordt geen betrouwbare en flexibele contractpositie geboden en hun optimale inzet wordt niet bevorderd.

De balans tussen de rechten en plichten van alle betrokkenen is daarnaast zoek. Nergens ter wereld is de periode voor loondoorbetalingsplicht zo lang als in Nederland – zeker voor het MKB is dat moeilijk op te brengen.

Nieuwe balans

Diebels doet 26 aanbevelingen om de balans in rechten en plichten in het re-integratierecht te herstellen, deels geïnspireerd door een vergelijking met Duitsland.

In Duitsland is de loondoorbetalingsplicht slechts zes weken, maar het ziekteverzuimpercentage is lager dan in Nederland, evenals de kosten van de (Duitse) WIA.

Een aantal aanbevelingen van Diebels:

  • De loondoorbetalingsperiode bij ziekte verkorten tot bijvoorbeeld één jaar voor grote organisaties en bedrijven, waarbij de prikkel om aan re-integratie te werken blijft bestaan.
  • Voor MKB-bedrijven zou de doorbetalingsperiode dertien weken kunnen worden, om het risico dat gezondheid een selectiecriterium wordt zo klein mogelijk te houden.
  • Een alternatief is om de loondoorbetalingsperiode op één jaar te zetten en aan te vullen met een collectief gefinancierde compensatieregeling voor het MKB.
  • Vergroten van de verantwoordelijkheid van de werknemer door die te verplichten arbeidsongeschiktheid te voorkomen en zich adequaat te laten behandelen. De Duitse regeling, dat de werkgever niet hoeft te betalen als de werknemer verwijtbaar ziek is, zou in Nederland ook serieus overwogen moeten worden.

Bron: Tilburg University