Op 1 juli 2020 werd het partnerverlof uitgebreid en hoewel de gewenste effecten van langer verlof zichtbaar zijn, wordt het nog erg weinig opgenomen.
De houding van werkgevers speelt hierbij een belangrijke rol. Bij werkgevers met een negatieve houding ten aanzien van zes weken partnerverlof, nemen werknemers vaak minder partnerverlof op dan bij werkgevers die er positief tegenover staan. Dit terwijl werknemers die langer partnerverlof opnemen en werkgevers die er positief tegenover staan, in de praktijk juist de voordelen ervaren.
Dit blijkt uit onderzoek van Motivaction in opdracht van WOMEN Inc.
Meer tijd voor vaders voor zorg kinderen
De uitbreiding van het partnerverlof is bedoeld om partners en met name vaders meer tijd te geven voor de zorg van hun kinderen. Met de invoering van de Wet invoering extra geboorteverlof (WIEG) hebben partners sinds 1 juli 2020, naast vijf dagen 100 procent betaald verlof direct na de geboorte van hun kind, recht op nog eens vijf weken verlof. Deze vijf weken worden voor 70 procent vergoed (door het UWV). Vaders hebben hier zelf ook behoefte aan.
Slechts een derde van de partners uit het nieuwe onderzoek heeft het langere verlof volledig opgenomen. Uit eerder onderzoek bleek dat partners meer gebruik zouden maken van het partnerverlof bij 100 procent betaling in plaats van de huidige 70 procent.
Minder dan de helft van de werkgevers uit het onderzoek betaalt het partnerverlof volledig door. Dit vinden ze vooral een verantwoordelijkheid van de overheid. Daarbij staat een derde van de werkgevers zelfs negatief tegenover het langere partnerverlof, terwijl het hen veel kan opleveren.
Langer partnerverlof heeft voordelen voor werknemers én werkgevers
Meer dan de helft (59 procent) van de werkgevers is juist positief over het partnerverlof van zes weken en denkt dat werknemers na deze periode meer uitgerust aan het werk kunnen gaan.
Vaders die het langere verlof inmiddels hebben gehad, bevestigen dit. Zij hebben vaker zin om weer aan het werk te gaan dan vaders die kort verlof hebben opgenomen.
Daarnaast hebben ze vaker het idee dat er in de organisatie rekening mee wordt gehouden dat ze onlangs vader zijn geworden en vinden ze de combinatie van ouderschap en werk minder moeilijk dan partners die korter met verlof konden gaan. Langer partnerverlof lijkt dan ook een goed startpunt te zijn voor de balans tussen werk en zorg.
Normverbreding nodig voor gelijk speelveld op de werkvloer
Als werkgevers meer rekening houden met álle ouders op de werkvloer, zorgt dit voor meer gelijkwaardigheid. Want als het gaat om ouderschap worden nu zowel vrouwen als mannen benadeeld.
Mannen omdat ze weinig mogelijkheden zien om werk en ouderschap op de door hun gewenste manier te combineren. Zo gaven vaders vaker dan moeders aan het idee te hebben dat hun werkgever het niet zou accepteren als ze minder zouden gaan werken na de geboorte van hun kind. Partners die langer dan vijf dagen verlof hebben kunnen opnemen, zijn twee keer zo vaak minder uren gaan werken dan voorheen om meer tijd met hun kinderen door te brengen, dan partners die minder lang verlof hadden.
Bij vrouwen nemen carrièrekansen af na het krijgen van een kind. Vrouwen die een kind hebben gekregen, geven twee keer zo vaak als mannen aan dat hun carrièrekansen in de organisatie niet meer hetzelfde zijn als voor het ouderschap. Werkgevers bevestigen dat doorgroeimogelijkheden vaker stil liggen na zwangerschapsverlof dan na partnerverlof.
Emma Lok, directeur van WOMEN Inc.: “De resultaten van het onderzoek laten zien dat we echt toe zijn aan normverbreding op de werkvloer. Het krijgen van een kind is een levensveranderende gebeurtenis. Ook partners komen in een nieuwe, veeleisende situatie terecht. Als we mannen niet als ouder gaan zien, staan vrouwen na het krijgen van een kind met 2-0 achter op de werkvloer. Door ouderschap op de werkvloer te zien als iets van zowel vrouwen als mannen, creëren we een gelijk speelveld waarin carrièrekansen gelijk zijn, net als de kans om tijd door te brengen met kinderen.’’