71 procent van de Nederlandse HR-professionals is ervan overtuigd dat leidinggevenden hun medewerkers actief stimuleren om zich te ontwikkelen, terwijl slechts 31 procent van de leidinggevenden en 32 procent van de medewerkers dat ook zo ervaren.
In het algemeen hebben HR-afdelingen een rooskleurig beeld van de interne leercultuur, maar in de praktijk ontbreekt een duidelijke rolverdeling, waardoor niemand écht de regie in handen neemt en het leerproces hapert.
Wie is verantwoordelijk voor leerbeleid?
De uitvoering van leerbeleid is een belangrijke verantwoordelijkheid, maar bij Nederlandse bedrijven is het niet altijd duidelijk op wiens schouders die belandt – een op de vijf medewerkers geeft aan niet te weten wie hiervoor in de organisatie verantwoordelijk is.
Volgens de Studytube L&D Monitor 2021 onder 1.129 HR-professionals, beschouwt 34 procent van de HR-professionals dat als hún taak, terwijl bijna hetzelfde aantal leidinggevenden die rol opeist. Eén vijfde van de medewerkers vindt dat dan weer een opdracht voor HR.
Een belangrijk deel van die executie is de regie over het leer- en ontwikkelproces van de werknemers. Ook wat dat betreft bestaat er geen consensus over de vraag wie er in de regisseursstoel moet zitten.
Bijna één derde van de ondervraagde HR-professionals reserveert dat plekje voor het middenkader, en nog een een derde van de leidinggevenden is het daarmee eens.
Die eensgezindheid contrasteert scherp met het standpunt van de medewerkers, waar liefst 28 procent die regie zélf in handen wil nemen; 17 procent moet het antwoord schuldig blijven.
De roze bril van HR
Diverse cijfers tonen aan dat HR-professionals een positiever beeld hebben van de interne leercultuur dan hun collega’s in andere lagen van het bedrijf.
Zo stelt 61 procent van de HR-professionals dat Learning & Development een vast onderdeel is van de beoordelingscyclus (bijvoorbeeld in functioneringsgesprekken), tegenover 48 procent van de leidinggevenden en 40 procent van de medewerkers.
Daarnaast zegt 57 procent van de HR-verantwoordelijken dat het middenkader concrete leerdoelen heeft voor de medewerkers, maar bij de leidinggevenden en medewerkers delen respectievelijk 50 procent en 32 procent die mening.
Ook over het verband tussen performance evaluatie en het opstellen van leerplannen lopen de meningen uiteen: een identieke hoeveelheid HR-verantwoordelijken en leidinggevenden (beiden 53 procent) verklaart dat evaluaties worden verwerkt in het leerplan, terwijl slechts 40 procent van de medewerkers dat zo ervaart.
Wie niet leren wil, moet voelen – of niet?
Als klap op de vuurpijl kan gesteld worden, dat het niet behalen van een leerdoel zelden ingrijpende gevolgen heeft voor de medewerker in kwestie; een minderheid van de HR-professionals (28 procent) en leidinggevenden (16 procent) geeft aan dat medewerkers op die manier bijvoorbeeld bonussen of promoties missen. Bij de medewerkers is een vijfde (21 procent) zich niet bewust van eventuele consequenties.
>>> Lees ook: opleidingsbudgetten grotendeels gehandhaafd tijdens corona