Nederlandse werknemers hebben dit jaar zeker 1,6 miljard euro beschikbaar voor zaken als opleiding, loopbaanoriëntatie, financiële scans en andere zaken die onder duurzame inzetbaarheid vallen.
Het via cao’s beschikbare geldbedrag is sinds 2013 verdubbeld.
Dat blijkt uit onderzoek van werkgeversvereniging AWVN naar financiële afspraken over duurzame inzetbaarheid in cao’s.
Duurzame inzetbaarheid gaat in de kern om vitaal en gezond kunnen doorwerken tot op hogere leeftijd en wordt zowel door overheid, vakbonden als werkgevers gezien als een antwoord op de uitdagingen waarvoor de samenleving wordt gesteld door de grote veranderingen op de arbeidsmarkt en de vergrijzing.
Eigen budget duurzame inzetbaarheid
In de afgelopen vijf jaar verdubbelde het aantal werknemers dat een eigen budget heeft voor duurzame inzetbaarheid en het aantal cao’s waarin financiële afspraken zijn gemaakt over duurzame inzetbaarheid.
Het aantal cao’s met financiële afspraken nam tussen 2013 tot 2018 toe van 78 naar 157. Het aantal werknemers met een budget groeide van 1 miljoen naar 2,3 miljoen.
Het gemiddelde budget waarover de betreffende werknemers jaarlijks beschikken groeide tussen 2013 en 2018 van 669 naar 706 euro. Daarnaast stellen veel regelingen tijd beschikbaar aan werkenden.
Grote keuzevrijheid en eigen regie
Werknemers mogen hun budget met grote keuzevrijheid besteden. Belangrijkste bestedingsdoelen (vaak in combinatie) zijn opleidingen al dan niet aansluitend bij de huidige functie (39 procent), training (28 procent), maatregelen die de persoonlijke werk-privébalans verbeteren (24 procent) en loopbaanadvies (18 procent).
73 procent van de werkgevers geeft “het bieden van eigen regie rond loopbaan en persoonlijke ontwikkeling” op als belangrijkste reden om een DI-regeling in te voeren. Dat betekent dat de werknemer zoveel mogelijk zelf moet bepalen welke opleidingen hij doet.
Regelingen te vrijblijvend
Over de besteding van de beschikbare budgetten zijn de werkgevers minder tevreden. Werknemers zijn nog te weinig met hun eigen inzetbaarheid bezig, zegt meer dan de helft van de werkgevers. Ook is het lijnmanagement vaak onvoldoende betrokken bij het thema om een stimulerende rol te kunnen spelen. Daarbij zijn de regelingen als zodanig in de ogen van veel werkgevers “te vrijblijvend”.