Werkgevers willen dat het cao-overleg de komende jaren veel meer gaat over de kwaliteit van de beroepsbevolking en investeringen in zaken als opleiding en de arbeidsmarktwaarde van werkenden.

Eigen regie

Werkenden kunnen nog veel meer zelf de regie nemen over hun loopbaan. Een ‘loopbaan-apk’ voor werkenden kan helpen om periodiek vast te stellen hoe sterk de positie van een werkende is op de arbeidsmarkt en waar aandachtspunten liggen.

Dat staat onder meer in de gezamenlijke arbeidsvoorwaardennota voor 2017 van AWVN, VNO-NCW en MKB-Nederland. Deze nota verschijnt binnenkort en geeft handreikingen voor werkgevers bij onder meer cao-onderhandelingen.

Belangrijkste punten uit het rapport

  • Een goed opgeleide beroepsbevolking moet één van de sleutels vormen tot de toekomstige economische kracht van Nederland. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgevers en werkenden om te zorgen dat werknemers goed opgeleid blijven en bedrijven wendbaar.
  • Naast een individuele ‘loopbaan-apk’ moeten werkenden, bijvoorbeeld via concepten als ‘zelfroosteren’, meer invloed krijgen op hun eigen werktijden.
  • Er moet veel meer worden geïnvesteerd in opleiding van werkenden. In het cao-overleg moeten daarom afspraken worden gemaakt over individuele scholingsbudgetten.
  • In dit kader moet bekeken worden of het doeltreffend is om sectorale opleidingsfondsen ruimer te gebruiken dan nu het geval is.
  • De transitievergoeding, het bedrag dat ontslagen medewerkers meekrijgen, moet worden gekoppeld aan opleiding en krijgt daarmee nog nadrukkelijker als doel om ontslagen werknemers zo snel mogelijk weer aan het werk te krijgen.
  • Arbeidsvoorwaarden moeten veel minder afhankelijk worden gemaakt van leeftijd en van het aantal jaren dat bij dezelfde baas is gewerkt. In plaats daarvan moet meer gekeken worden naar de bijdrage van medewerkers.
  • Ontziemaatregelen, als extra vrije dagen voor oudere medewerkers, moeten in dat kader worden omgeruild voor maatregelen die aan alle werkenden binnen een onderneming ten goede komen en niet aan een selecte groep. Persoonlijke keuzebudgetten kunnen hier uitkomst bieden.
  • Arbeidsvoorwaarden moeten meer het ritme van de samenleving volgen – activiteiten vinden steeds verder verspreid over de dag plaats. Onregelmatigheidstoeslagen moeten om die reden opnieuw worden vormgegeven waarbij gekeken moet worden welke uren voor welke werkende ‘onregelmatig’ zijn. Zo ontstaat meer maatwerk.
  • De gezamenlijke werkgeversorganisaties roepen hun leden op om door te gaan met het scheppen van banen voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De afgelopen jaren zijn al duizenden van dergelijke banen gecreëerd, het cao-overleg moet worden gebruikt om die ontwikkeling verder te versnellen.
  • Loonontwikkeling: werkgevers houden vast aan de lijn van de afgelopen jaren: een grotere loonsverhoging waar bedrijf of bedrijfstak daarvoor de draagkracht hebben, een kleinere stijging waar dat nodig is vanwege bijvoorbeeld onzekere marktomstandigheden. De afgelopen jaren resulteerde dat uitgangspunt in stijgingen die behoorlijk varieerden tussen sectoren, maar die gemiddeld veel koopkracht opleverden.

Bron: AWVN