Het ziekteverzuim onder werknemers in zorg en welzijn was in het tweede kwartaal van dit jaar 6,1 procent.

Dat is het hoogste verzuimcijfer van alle tweede kwartalen na 2003. Zo hoog is het verzuimpercentage bovendien in geen enkele andere bedrijfstak.

Dat blijkt uit de op 29 september verschenen publicatie van het CBS, Arbeidsmarktprofiel van zorg en welzijn, waarin de arbeidsmarktsituatie van de bedrijfstak wordt beschreven, alsmede de ontwikkelingen op korte en langere termijn.

Daaruit komt onder meer naar voren dat vooral in ziekenhuizen, jeugdzorg en kinderopvang relatief veel werknemers een hoge werkdruk ervaren.

Tegelijkertijd zijn in zorg en welzijn meer werknemers tevreden met hun werk dan in de meeste andere bedrijfstakken.

De invloed van de coronapandemie, waarmee de bedrijfstak in de loop van het eerste kwartaal werd geconfronteerd, kon op basis van de beschikbare cijfers niet worden onderzocht.

Voorspellingen

Voorspellingen van ArboNed en HumanCapitalCare wezen echter al in mei dit jaar op een langdurig psychisch verzuim in de tweede helft van dit jaar, zoals we eind juni in BG magazine schreven.

Marco de Zeeuw, arbeidsmarktspecialist bij HR Navigator: “Los van alle coronagerelateerde uitval, zien we de verzuimcijfers in de zorg sowieso de laatste jaren flink oplopen. Vooral het langdurige verzuim onder de ouder wordende populatie stijgt flink.”

Hij vervolgt: “Corona is wellicht voor veel medewerkers de druppel. De toch al kwetsbare bezetting door krappe budgetten, steeds complexere en veeleisender zorgvragen en veel afwezige collega’s maakt het regelmatig domweg niet meer te doen.”

Nog vrij recent berichtte De Stentor dat meer dan de helft van de zorgmedewerkers in IJsselland psychische klachten heeft door de coronacrisis. De Zeeuw: “Wat mij betreft is het de hoogste tijd dat werkgevers serieus werk gaan maken van Psychosociale Arbeidsbelasting in de breedst mogelijke zin. Het is niet alleen de werkdruk die te hoog is en die weg te nemen is met een extra collega.”

In het tweede kwartaal van 2020 was volgens de cijfers van het CBS het ziekteverzuim in de hele bedrijfstak 6,1 procent. Dat wil zeggen dat 61 van elke duizend te werken dagen verloren gingen aan ziekteverzuim door werknemers. Daarmee kende zorg en welzijn het hoogste ziekteverzuim van alle bedrijfstakken. Al sinds het tweede kwartaal van 2017 is dat het geval.

De toename van het ziekteverzuim ten opzichte van het tweede kwartaal van 2019 was bovengemiddeld vergeleken met andere bedrijfstakken. In zorg en welzijn steeg het ziekteverzuim van 5,7 procent naar 6,1 procent, in alle bedrijfstakken samen nam het verzuim toe van 4,3 procent naar 4,5 procent.

Meeste verzuim in verzorging, verpleging en thuiszorg

Cijfers over het ziekteverzuim voor alle branches van zorg en welzijn zijn beschikbaar tot en met het eerste kwartaal van 2020. In de verpleging, verzorging en thuiszorg liep het ziekteverzuim op tot 8,0 procent. Het ziekteverzuim was het laagst in de branche overige zorg en welzijn. Dit is een zeer diverse branche met onder andere tandartsen, fysiotherapeuten en verloskundigen.

In het eerste kwartaal was het ziekteverzuim voor de hele bedrijfstak 6,7 procent. Dat is het hoogste ziekteverzuim sinds het eerste kwartaal van 2003, toen het percentage 7,0 was. Het ziekteverzuim kent een seizoenpatroon, met een piek in het eerste kwartaal, die onder andere verband houdt met griepepidemieën en andere virusuitbraken.

Te hoge werkdruk vooral ervaren in ziekenhuizen en in jeugdzorg

Vooral werknemers in de ziekenhuiszorg, de jeugdzorg en de kinderopvang kampen naar eigen zeggen met een (veel) te hoge werkdruk.

In het vierde kwartaal van 2019 (de meest recente cijfers) had meer dan de helft van de werknemers in deze branches daarmee te maken volgens de Werknemersenquête Zorg en Welzijn. In overige zorg en welzijn (37 procent) en sociaal werk (39 procent) was het aandeel werknemers met een (veel) te hoge werkdruk het kleinst.

Uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van CBS en TNO komt het beeld naar voren dat naar verhouding veel werknemers in zorg en welzijn vaak werkdruk ervaren, afgemeten aan zaken als heel veel werk doen, extra hard of erg snel werken.

Meerderheid waardeert werk

Tegelijkertijd waarderen de werknemers in zorg en welzijn hun werk. De verschillen in werkwaardering tussen de branches zijn beperkt. Met name werknemers in de branche huisartsen en gezondheidscentra gaven in het vierde kwartaal van 2019 aan tevreden tot zeer tevreden te zijn met hun werk (84 procent).

In de gehandicaptenzorg en kinderopvang was dit aandeel met 76 procent het kleinst. Eind 2019 waren bijna 8 op de 10 werknemers (78 procent) over het geheel genomen tevreden tot zeer tevreden over hun werk.

Uit de NEA blijkt dat werknemers in zorg en welzijn in 2019 verhoudingsgewijs vaker tevreden zijn met hun werk, maar iets minder vaak met de arbeidsomstandigheden dan gemiddeld onder alle bedrijfstakken.