Medewerkers in loondienst kunnen vanaf 1 juli 2020 tot maximaal vijf weken aanvullend geboorteverlof opnemen na een bevalling van hun partner.
Dit is een aanvulling op het volledig door de werkgever betaalde geboorteverlof van maximaal één week, waar medewerkers sinds 2019 recht op hebben.
Het aanvullend verlof wordt niet volledig doorbetaald. Ter compensatie ontvangt de werknemer via de werkgever een uitkering van maximaal 70 procent van het dagloon van het UWV.
De verruimde wetgeving biedt werknemers een uitkomst om meer tijd met het gezin door te kunnen brengen in de eerste zes maanden na de geboorte, maar kan tegelijkertijd werkgevers in een lastig parket brengen.
Oplopende personeelstekorten
“Als meerdere werknemers tegelijkertijd het aanvullend verlof willen opnemen, kan een organisatie vrij plotseling te maken krijgen met een personeelstekort. Zeker in sectoren waar dit nu ook al een issue is” waarschuwt Dik van Leeuwerden, verantwoordelijk voor wet- en regelgeving bij ADP Nederland. Het is volgens ADP daarom van groot belang dat werkgevers weten hoe ze met deze nieuwe wetgeving kunnen omgaan.
Werkgevers hebben bij een zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang het recht om in overleg met de werknemer de verlofdagen anders in te roosteren.
Ook moeten werknemers het aanvullende geboorteverlof minimaal vier weken voor aanvang melden aan de werkgever, tenzij het niet mogelijk is, bijvoorbeeld bij vroeggeboorte.
Volgens Van Leeuwerden biedt dit werkgevers ruimte. “Het is een voordeel dat de werknemer de aanvullende verlofweken niet direct na de geboorte hoeft op te nemen. Werkgevers mogen het verlof zelf niet weigeren, maar mogen wel in gesprek gaan over de periode waarin het recht gebruikt wordt.”
Informeer werknemers volledig
Werkgevers moeten werknemers goed informeren over de financiële gevolgen van het geboorteverlof. De uitbetaling van het geboorteverlof verloopt namelijk anders dan werknemers misschien verwachten.
Het UWV kijkt naar het dagloon van een werknemer, dat gebaseerd is op het loon van een jaar eerder. Als werknemers in het afgelopen jaar bijvoorbeeld een loonsverhoging hebben gekregen, dan wordt deze niet (volledig) meegerekend.
Daarnaast is het minimumloon niet van toepassing. De uitkering van het UWV kan dus lager uitvallen dan gedacht en kan ook lager zijn dan het wettelijk minimumloon. Het is dus belangrijk dat werkgevers dit vooraf bespreken, zodat de werknemer weet waar hij of zij aan toe is.
De nieuwe regeling uitgelegd
Om beide partners een gelijkwaardige rol te geven bij de opvoeding van het kind, is het verlof van de partner van de moeder sinds 2019 uitgebreid met de komst van de Wet Invoering Extra Geboorteverlof (WIEG).
Tot 1 juli 2020 hebben partners recht op eenmaal het aantal werkuren per week. Na die datum kan dit verlof worden aangevuld met maximaal vijf keer het aantal werkuren per week. Werkt iemand bijvoorbeeld 4 dagen van 8 uur per dag, dan heeft hij of zij recht op 32 uur verlof keer 5 weken.
De werknemer krijgt tijdens dit verlof van het UWV via de werkgever 70 procent van zijn/haar dagloon uitbetaald tot een maximumdagloon van 219,28 euro per dag in 2020.
De werkgever is niet altijd verplicht het loon aan te vullen. Natuurlijk kan de werkgever dit wel met de werknemer afspreken. In sommige gevallen verplicht een cao de werkgever om het loon aan te vullen.
De WIEG geldt alleen voor werknemers in loondienst. Zzp’ers, freelancers komen niet in aanmerking voor het geboorteverlof voor partners.
>>> Lees ook: ‘Zwangere werknemers? Dit is wat je moet weten en moet doen’
>>> Lees ook: ‘Alles over na het zwangerschapsverlof, ouderschapsverlof en mama- en papadagen’