Organisaties lijken vandaag de dag niet goed in staat tegemoet te komen aan de werk-privébalans behoeften van werknemers.

Omdat nieuwe generaties, die toetreden tot de arbeidsmarkt, hier steeds meer waarde aan hechten, is het vinden van een goede werk-privébalans een urgent thema geworden dat tevens kansen biedt.

Dit is een van de conclusies van Jenny Sok in haar proefschrift Make it work, Rethinking the work-home interface”, waarmee zij op 27 juni 2016 promoveerde aan Nyenrode Business Universiteit.

Enorme verschuiving

De veranderingen van de laatste zestig jaar in zowel het werkend als privébestaan van mensen, lijken de oorzaak van de toenemende behoefte aan een andere werk-privébalans.

Een van de belangrijkste ontwikkelingen is de sterk toegenomen toetreding van vrouwen tot de arbeidsmarkt sinds de jaren ’50-’60. Dit heeft een enorme verschuiving in de verdeling van tijd aan werk en privérollen teweeg gebracht volgens Sok. Families worden bovendien steeds diverser door het stijgende aantal echtscheidingen.

Ook mantelzorg voor oudere familieleden vraagt meer privétijd van werknemers. Vooral alleenstaande ouders en gescheiden co-ouders hebben doorgaans moeite om werk en zorgtaken te combineren.”

Werkbare balans

Sok probeert de vraag te beantwoorden hoe de werk-privéconnectie werkbaar kan worden gemaakt. Hierbij heeft ze vanuit maatschappelijk perspectief, organisatieperspectief en individueel perspectief onderzoek gedaan.

Een van haar conclusies is dat investeren in de werk-privébalans van medewerkers loont. Werknemers die deze balans positief ervaren zijn objectief gezonder, presteren beter en zijn minder vaak afwezig van het werk.

Diversiteit

Een praktische aanbeveling om werk-privébalans werkbaar in organisaties te maken, is de diversiteit in de organisatie in kaart te brengen.

Sok adviseert om HR-maatregelen te ontwikkelen voor verschillende groepen, omdat mannen en vrouwen, jongere en oudere medewerkers verschillende behoeften hebben.

Daarnaast wijst ze erop dat er meer vormen van diversiteit zijn dan sekse en leeftijd, zoals culturele achtergrond, levensfase en dergelijke. Ze adviseert de werk-privébehoeften van de verschillende groepen vast te leggen en hierop te monitoren. Met deze informatie kan men gerichte interventies plegen zodat de werk-privébalans de gewenste kant op gaat.

Het proefschrift van Jenny Sok is hier te lezen.