Wanneer een medewerker ziek is, meldt u dit altijd in de eerste week aan de arbodienst en daarmee formeel aan de bedrijfsarts. Als werkgever bent u hiervoor verantwoordelijk.

De bedrijfsarts doet nu in principe nog niets. De arbodienst gaat in actie volgens het protocol dat gezamenlijk is opgesteld. Soms is dat al een telefoontje op de eerste dag, soms de eerste twee weken niets.

Pas wanneer het verzuim langer aanhoudt, en zeker als u verwacht dat het langer gaat duren, dan komt de bedrijfsarts in beeld.

Uiterlijk in de zesde week van het verzuim moet er volgens de Wet verbetering Poortwachter een probleemanalyse worden gemaakt. Vanuit een gesprek met de zieke medewerker beoordeelt de bedrijfsarts de situatie en schrijft hij een probleemanalyse. Hierin beschrijft hij de verwachtingen rondom de re-integratie, de activiteiten om herstel te bevorderen en de mogelijkheden binnen het werk.

Deze activiteiten, waarbij de bedrijfsarts een rol heeft, zijn verplicht. U kunt de bedrijfsarts naast deze verplichte activiteiten ook nog op andere momenten inschakelen. Bijvoorbeeld wanneer u advies wilt over verzuimstatistieken, een gezondheidsonderzoek wilt laten uitvoeren of als u een aanstellingskeuring wilt doen. En tegenwoordig kan de bedrijfsarts ook zelf uw organisatie bezoeken en suggesties doen over de werkplekken, als hij hiertoe aanleiding ziet.

In de nieuwe Arbowet is opgenomen dat medewerkers (desgewenst anoniem!) ook zelf een gesprek kunnen aanvragen met de bedrijfsarts. U als werkgever faciliteert dit met een inloopspreekuur bij de bedrijfsarts.

Bron: HR Navigator