Vraag:
Sinds 15 februari 2021 kan ik de NOW-3.2-subsidie aanvragen bij het UWV. Met welke verplichtingen moet ik rekening houden bij deze aanvraag?

Antwoord:
Sinds 15 februari 2021 kan een werkgever inderdaad de NOW-3.2-subsidie aanvragen bij het UWV. Dit kan tot en met 14 maart 2021.

Om in aanmerking te komen voor deze subsidie moet sprake zijn van ten minste 20 procent omzetdaling. De tegemoetkoming bedraagt maximaal 85 procent van de loonkosten.

In tegenstelling tot de NOW-1 en 2, zet de NOW-3 niet volledig in op het behoud van werkgelegenheid. Het doel is ook om werkgevers in staat te stellen zich samen met hun werknemers voor te bereiden op en aan te passen aan de nieuwe economische realiteit.

De NOW-3 geeft werkgevers dus ruimte om te reorganiseren, maar ze moeten zich wel houden aan de subsidieverplichtingen. Niet naleving daarvan kan gevolgen hebben voor de hoogte van de subsidie. Deze verplichtingen kunnen van invloed zijn op de keuze tussen (nogmaals) een beroep op de NOW of het doorvoeren van een reorganisatie (zonder subsidie).

Hieronder de verplichtingen voor werkgevers op een rij.

1. Daling loonsom maximaal 10 procent

Onder de NOW-3 mag de werkgever de loonsom ten opzichte van dezelfde referentiemaand geleidelijk laten dalen. Onder de NOW-3.2 is de vrijstellingspercentage voor de loonsom 10 procent. Als de loonsom onder NOW 3.1 is gedaald met 5 procent, dan mag de loonsom onder NOW 3.2 nog dalen met 5 procent. Een verdere daling van de loonsom zal leiden tot een daling van het subsidiebedrag.

Gelet op de tekst van de regeling, lijkt de subsidieverplichting gekoppeld te zijn aan de subsidieperiode. Dit betekent dat wanneer geen beroep wordt gedaan op NOW-3.2, de werkgever in principe zelf de daling van de loonsom kan bepalen (denk aan natuurlijk verloop personeelsbestand, ontslag, eventueel een loonoffer vragen).

2. Inspanningsverplichting ander werk en contact met het UWV

Onder de NOW-3 heeft een werkgever gedurende de subsidieperiode een algemene inspanningsverplichting als het gaat om de begeleiding van werknemers naar ander werk.

Deze verplichting geldt voor werknemers van wie de arbeidsovereenkomst eindigt of zal komen te eindigen op initiatief van de werkgever (dus ook tijdelijke arbeidsovereenkomsten die niet worden verlengd door werkgever).

Als een werkgever gedurende de subsidieperiode een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische omstandigheden indient bij het UWV, dan moet hij het UWV (telefonisch) informeren over de stand van zaken in het kader van de begeleiding van werk naar werk.

Het niet voldoen aan deze verplichting kan leiden tot een subsidieverlaging van 5 procent (tip: laat dit telefoongesprek per e-mail bevestigen door het UWV). Als een werkgever geen beroep doet op de NOW-3.2, geldt deze inspanningsverplichting niet. Ook hoeft de werkgever geen verantwoording af te leggen aan het UWV.

3. Informatieplicht OR

Hoewel het al dan niet aanvragen van de NOW-subsidie niet onder het adviesrecht van de OR valt, heeft de werkgever wel een informatieplicht.

De OR kan in een adviestraject voor een voorgenomen reorganisatie van de werkgever uitleg verwachten waarom de NOW-subsidie geen bruikbaar alternatief is.

De werkgever zal goed moeten kunnen motiveren waarom geen NOW-subsidie is aangevraagd en waarom de reorganisatie juist op dit moment moet worden doorgevoerd. Dit kan overigens ook aan bod komen in een ontslagprocedure. Het UWV kan hierover vragen stellen. Je ziet ook vaak dat werknemers het gebruiken in hun verweer.

4. Reorganisatie direct na subsidieperiode mogelijk zonder consequenties voor de NOW-subsidie?

Veel bedrijven hebben een beroep moeten doen op de NOW-regeling. De vraag die zich mogelijk opdringt, is of een reorganisatie direct na afloop van een subsidieperiode mogelijk is zonder dat een werkgever geconfronteerd wordt met een intrekking of lagere vaststelling van de NOW-subsidie.

De subsidieactiviteit, bijvoorbeeld een reorganisatie, is in principe ook mogelijk na de subsidieperiode.

>>> Meer informatie over de NOW-regelingen