Hoewel Nederlanders een goede relatie met hun leidinggevenden en collega’s op de werkvloer ongeveer net zo belangrijk vinden als andere Europeanen, kiezen we er toch voor om werk en privé meer gescheiden te houden.

Zo blijkt uit de ‘Working life study’, een recent onderzoek naar de werk-privébalans van recruitment- en wervingsspecialist Page Personnel onder 5.197 Europese werknemers.

Slechts 16,8 procent van de ondervraagde Nederlandse werknemers spreekt bijvoorbeeld wel eens met zijn manager af buiten werktijd. Dat ligt aanzienlijk onder het Europese gemiddelde van 20,3 procent.

Ook onze collega’s zien we veel minder vaak buiten werktijd (29,6 procent) dan werknemers in andere Europese landen (44,2 procent).

Arbeidscultuur of volksaard?

Hoewel het woord ‘gezelligheid’ een typisch Nederlands woord is en daardoor moeilijk vertaalbaar, beleven we die gezelligheid het liefst exclusief met onze familie en met vrienden buiten de werkkring.

Slechts 43,8 procent van de Nederlanders zegt bijvoorbeeld echte vrienden op het werk te hebben. Dat is maar liefst 27 procent onder het Europees gemiddelde. In Turkije loopt het percentage mensen met echte vrienden op het werk zelfs op tot 83 procent. Maar wat is de oorzaak van dit significante verschil? Is het onze arbeidscultuur die afwijkt van de Europese norm, of is het eerder onze volksaard die ten grondslag ligt aan deze striktere scheiding van werk en privé?

Volgens PageGroup is het hoogstwaarschijnlijk cultureel bepaald. Echte vriendschappen op de werkvloer mogen dan zeldzamer zijn dan in de ons omringende landen, maar we gaan in Nederland erg vriendschappelijk om met onze collega’s en leidinggevenden door alle hiërarchische lagen van een organisatie heen. We leven in een genivelleerde maatschappij, waarin we iedereen min of meer als gelijke beschouwen. Dat zorgt ervoor dat we onze werkzaamheden ook prima kunnen uitvoeren als we minder investeren in de vriendschappelijke relatie met onze werkgever buiten werktijd.

Productiviteit

Wellicht heeft onze afwijking van de Europese norm ook te maken met wat we verwachten van het contact met onze collega’s en leidinggevenden.

Zo vindt slechts 51,9 procent van de Nederlandse werknemers dat een goede relatie met de manager de productiviteit kan verbeteren, versus het Europese gemiddelde van 76,3 procent. Dat geldt ook voor de relatie met onze collega’s: 64,4 procent vindt dat een goede relatie met collega’s de productiviteit kan verbeteren, versus een Europees gemiddelde van 85 procent (in Duitsland loopt dit zelfs op naar meer dan 90 procent).

Sociale druk

Daarnaast voelen werknemers in andere Europese landen een hogere sociale druk om beschikbaar te zijn voor activiteiten buiten werktijd: mensen zijn banger dat de werkgever wel eens minder positief over hen zou kunnen oordelen als ze niet participeren.

In Nederland ervaart 23,8 procent deze druk, maar met name in Zuid-Europese landen ligt dit percentage aanzienlijk hoger. In Spanje is dit zelfs 39,5 procent van de ondervraagden en het Europese gemiddelde komt uit op 31,5 procent.

Hiërarchie

Hoe hiërarchischer een maatschappij is ingesteld, hoe meer afhankelijk je bent van een goede relatie met je baas of collega’s. In Nederland zijn er wel borrels buiten werktijd, maar dat wordt niet als een verplichting ervaren.

Vergelijk dit met een land als Japan, waar het gezins- en privéleven ondergeschikt zijn aan het zakelijk leven, dan ben je geen goed onderdeel van het team als je niet meedoet aan activiteiten buiten werktijd.

Gezamenlijke activiteiten

Wanneer werknemers naar specifieke activiteiten wordt gevraagd, zien we dat de afwijking van de Europese norm redelijk consistent blijft. We scoren lager dan het Europees gemiddelde op vrijwel alle gezamenlijke activiteiten buiten werktijd.

Minder dan een derde van de Nederlandse werknemers stuurt bijvoorbeeld wel eens berichten over privézaken naar collega’s of leidinggevenden. Afspreken met collega’s buiten werktijd doet een enkeling (17 procent), en samen de weekenden doorbrengen (3 procent) of samen op vakantie gaan (1 procent) zijn zelfs een grote uitzondering. Bijna twee derde (59 procent) bewaakt de grens door privé helemaal geen contact te onderhouden.

Bovengemiddeld tevreden

Ondanks, of misschien juist wel dankzij deze scherpere scheiding van werk en privé, zijn Nederlanders bovengemiddeld tevreden over hun algehele werk-privébalans: 78,2 procent versus 64,7 procent voor Europa.

Volgens PageGroup heeft dat voor een groot deel te maken met het feit dat Nederland op het gebied van flexibel werken tien jaar vooroploopt in vergelijking met andere Europese landen. In landen waar de hiërarchische verhouding wat sterker is en de flexibiliteit minder, moeten werknemers veel meer ter beschikking van de werkgever staan, ook buiten kantooruren.

De flexibiliteit op de Nederlandse arbeidsmarkt geeft werknemers een gevoel van vrijheid en tijd om zich op zaken te richten die voor hen van belang zijn. Die flexibiliteit heeft werknemers bovendien geleerd dat je door vertrouwen te geven, ook vertrouwen krijgt. En dat zorgt voor tevreden werknemers, die privé genoeg tijd overhouden voor die typische Hollandse gezelligheid – zonder collega’s.