Vraag:
Mijn werkneemster is langdurig ziek. Onze casemanager geeft aan dat ik passend werk moet aanbieden, maar dat heb ik niet. Ik kan haar wel plaatsen in de onderneming van mijn broer. Wie moet dan haar salaris betalen en is verantwoordelijk voor arbozaken?
Antwoord:
U bent als werkgever inderdaad verplicht om passend werk aan te bieden. Heeft u dat zelf niet voorhanden, dan kunt u buiten uw onderneming zoeken. Dit heet ook wel re-integratie tweede spoor.
Als u uw werkneemster laat re-integreren in de onderneming van uw broer, dan blijft u haar loon doorbetalen. U blijft dit doen zo lang zij arbeidsongeschikt is voor het werk dat zij bij u deed, met een maximumtermijn van 104 weken. Ook de begeleiding vanuit de arbodienst blijft onder uw verantwoordelijkheid vallen.
U kunt met uw broer een detacheringovereenkomst aangaan. In deze overeenkomst spreekt u af dat voor de duur van detachering uw broer opdrachten mag geven aan uw werkneemster en toezicht houdt op de uitvoering daarvan.
Ook kunt u afspraken maken over de vergoeding die u ontvangt voor de verrichte arbeid. U kunt de periode van detachering beëindigen als uw werkneemster het werk in uw onderneming weer kan hervatten.
Mocht werkhervatting bij u niet mogelijk zijn, dan stopt de detachering op een door u en uw broer gekozen moment. Na 104 weken ziekte eindigt in principe uw verplichting tot loondoorbetaling aan uw zieke werkneemster. Hopelijk is de detachering dan goed bevallen en kan uw werkneemster definitief aan de slag bij uw broer.