Nederland kent ongeveer 4,5 miljoen chronisch zieken of mensen met een handicap met recht op dezelfde behandeling als ieder ander. Zij vallen onder de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.
Ondanks de zware eisen uit deze wet, is het toch mogelijk om een chronisch zieke of gehandicapte te ontslaan.
Een werkgever verzoekt de kantonrechter in Bergen op Zoom om het dienstverband van een werknemer te beëindigen. De werknemer is 50 jaar oud en in 1984 als productiemedewerker bij hem in dienst getreden.
Een klinisch psychologe stelt de diagnose dat de werknemer een stoornis binnen het autistisch spectrum heeft.
Aandacht en strakke begeleiding
De werkgever verzoekt tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met als reden dat zijn organisatie de afgelopen jaren enorm is veranderd. Het productieproces is steeds meer geautomatiseerd en hij heeft een efficiencyslag gemaakt.
Productiemedewerkers moeten steeds meer zelfstandig werken en ook op alle plekken binnen het proces inzetbaar zijn. De werknemer kan deze veranderingen niet aan en heeft volgens de werkgever aandacht en strakke begeleiding nodig. Hij heeft geprobeerd de werknemer op andere plaatsen in te zetten, maar dat is vanwege zijn beperktere begrip van zaken en lagere snelheid van denken niet gelukt.
De werknemer verzoekt de kantonrechter het ontbindingsverzoek van zijn werkgever af te wijzen. Hij beroept zich op de reflexwerking van het opzegverbod en op de bescherming uit de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ).
Direct en indirect onderscheid
Op grond van artikel 4 van de WGBH/CZ is het maken van onderscheid verboden bij het beëindigen van een arbeidsverhouding. Er zijn twee soorten onderscheid, te weten direct en indirect onderscheid.
Direct onderscheid
Een persoon wordt op grond van handicap of chronische ziekte op een andere wijze behandeld dan iemand anders in een vergelijkbare situatie.
Indirect onderscheid
Als een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen met een handicap of chronische ziekte in vergelijking met andere personen indirect discrimineren. Denk hierbij aan een situatie dat op een plaats geen honden mogen komen. Een blind iemand met een blind geleide hond wordt dan indirect gediscrimineerd en daarmee is sprake van indirect onderscheid.
Indirect onderscheid mag wel indien dit objectief gerechtvaardigd wordt door een legitiem doel en de middelen voor het bereiken van dat doel passend en noodzakelijk zijn.
De sanctie op (direct of indirect) onderscheid is dat de beëindiging van een dienstverband vernietigbaar is (artikel 9 WGBH/CZ).
Het verbod op onderscheid in de WGBH/CZ geldt niet, indien:
- het onderscheid noodzakelijk is ter bescherming van de veiligheid en de gezondheid;
- een speciale voorziening wordt getroffen voor de chronisch zieke of gehandicapte;
- sprake is van positieve discriminatie ten opzichte van de chronisch zieke of gehandicapte.
Oordeel
De kantonrechter is van mening dat de werknemer geen beroep kan doen op de WGBH/CZ. Het verzoek tot ontbinding heeft namelijk niets te maken met de autistische stoornis, maar met de zwaardere eisen die worden gesteld aan een productiemedewerker als gevolg van de verdergaande automatisering van de processen.
Mede gelet op het 29-jarige dienstverband, zijn leeftijd, zijn eenzijdige arbeidsverleden en de slechte situatie op de arbeidsmarkt, ontbindt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst, onder toekenning van een vergoeding naar redelijkheid van € 50.000.
Conclusie
De uitspraak van de kantonrechter laat zien dat, ondanks de zware eisen uit de WGBH/CZ, het mogelijk is een chronische zieke of gehandicapte te ontslaan. Het ontslag moet dan uiteraard niet gelegen zijn in de ziekte of handicap zelf, maar bijvoorbeeld in een reorganisatie of zwaardere eisen aan een functie.